Arbeidskosten terug naar 21 procent
De regeling van het verlaagde btw-tarief nadert haar einde. Per 1 juli 2015 wordt voor alle arbeidskosten gewoon weer 21% btw gerekend. Voor de laatste keer uitleg over de regeling, nu met tips voor de werkzaamheden omstreeks juli 2015.
Het kabinet heeft per 1 maart 2013 het btw-tarief op renovatie- en herstelwerkzaamheden van woningen verlaagd van 21 naar 6%. Het gaat hierbij om werkzaamheden aan woningen die minimaal twee jaar oud zijn (vanaf het moment van eerste ingebruikneming). Voor materialen die een deel vertegenwoordigen van de waarde van de diensten geldt het standaardtarief van 21%. Het doel van de regeling was om de woningmarkt uit het slop te trekken. Mede daarom werd besloten de verlaging in stand te houden tot 1 juli 2015.
Renovatie en herstel
Het verlaagde tarief is slechts van toepassing op renovatie- en herstelwerkzaamheden die in en aan een woning worden verricht. Vraag is wat er wel en niet onder deze werkzaamheden kan worden verstaan. In het besluit ter goedkeuring van de regeling stelt het kabinet dat het in dit verband gaat om het vernieuwen, vergroten, herstellen of vervangen en onderhouden van (delen van) de woning. Op de website van de Belastingdienst staat een lijst met werkzaamheden die wel en niet onder het 6%-tarief vallen. Let op, deze lijst is niet limitatief!
Arbeid en materiaal
Aangezien het verlaagde btw-tarief op de arbeidskosten wordt toegepast en niet op de daarbij gebruikte materialen, moet de ondernemer die de dienst verricht een verhouding tussen materialen en arbeidscomponent vaststellen. Dat kan tot lastige situaties leiden als er voor het geleverde werk, inclusief materialen, één vergoeding in rekening wordt gebracht. In dat geval moet er een splitsing worden aangebracht volgens de marktwaardemethode. Een vergelijking met soortgelijke prestaties in uw branche. Is in uitzonderlijke gevallen geen soortgelijke prestatie te vinden, dan moet worden gesplitst op basis van de kostprijs van de materialen.
Periode rond juli
Nu de regeling van het verlaagde btw-tarief haar einde nadert, is het belangrijk om te weten tot welk moment u het 6%-tarief kunt toepassen en op welk moment het 21%-tarief weer gaat gelden. Het 6%-tarief geldt als u de dienst afrondt in de periode tussen 1 maart 2013 en 1 juli 2015. Bij afronding na deze periode geldt het verlaagde tarief niet. Ook niet voor het deel van de werkzaamheden dat vóór 1 juli 2015 is verricht.
Ook wanneer u in deze periode deelfacturen uitreikt, maar de dienst pas na 1 juli 2015 afrondt, wordt over deze deelfacturen het standaardtarief van 21% gerekend. Laat bij deelfacturen daarom duidelijk blijken voor welke periode de factuur geldt: tot 1 juli 2015 of voor de periode hierna. En vermeld welk deel loonkosten betreft en welk deel materiaalkosten.
Tot slot is het aan te raden in de factuur duidelijk te stellen of het verlaagde btw-tarief al dan niet geldt. Bij een onverhoopte vertraging en afronding na 1 juli 2015 geldt immers het standaardtarief van 21%. De vraag is dan wie schuldig is aan de vertraging en op wie de kosten van het hogere btw-tarief kunnen worden verhaald.
Dit artikel verscheen in april 2015 in het blad Aannemer. Klik hier voor een (proef)abonnement.
Discussie zien we graag op Aannemervak, maar wel met respect voor elkaar. Wij vragen daarom om onder volledige naam te reageren. Lees onze andere regels voor discussie hier. Met het plaatsen van een reactie verklaart u zich akkoord met deze regels.