Depotstelsel definitief van de baan
Het huidige systeem van g-rekeningen wordt definitief niet vervangen door een depotstelsel. Dat heeft de Belastingdienst bekendgemaakt. KPMG Meijburg & Co legt uit wat dit voor aannemers betekent.
Wie weleens gebruikmaakt van uitzendkrachten en onderaannemers, moet zich realiseren dat dit niet zonder fiscale risico’s is. In sommige gevallen kan de Belastingdienst u aansprakelijk stellen voor de loonheffingen die verband houden met het inlenen van personeel of het werken met onderaannemers. De Belastingdienst biedt de mogelijkheid om deze keten- en inlenersaansprakelijkheid te beperken. Het systeem dat hiervoor zou worden ingevoerd – het depotstelsel – is sinds maart 2015 definitief van de baan.
Aansprakelijkheid
Keten- en inlenersaansprakelijkheid houden in dat de Belastingdienst u kan aanspreken voor de loonheffingen (en bij inlenersaansprakelijkheid ook voor de btw) die een (onder)aannemer of uitlener is verschuldigd in verband met werkzaamheden die voor u worden gedaan.
Als u met een opdrachtgever afspreekt om een werk uit te voeren tegen een bepaalde prijs, is doorgaans sprake van ‘aanneming van werk’. Inlenersaansprakelijkheid doet zich voor indien u personeel inleent (vaak bij een uitzendbureau) om onder uw leiding en toezicht binnen uw bedrijf werkzaamheden te verrichten. Keten- of inlenersaansprakelijkheid ontstaat automatisch bij onderaanneming of inlening. De aansprakelijkheid uitsluiten in een overeenkomst heeft fiscaalrechtelijk geen zin.
Wanneer de uitlener/onderaannemer waarmee u zaken doet geen of te weinig loonheffing en/of btw heeft afgedragen, kan de Belastingdienst bij u aankloppen. Vaak heeft de uitlener/ onderaannemer zijn administratie niet op orde en herberekent de Belastingdienst de belastingschulden. Onderschat de omvang van de aansprakelijkheid niet. Vooral wanneer het gaat om grote projecten, waarbij lange tijd een groot aantal werknemers is betrokken, kan het bedrag waarvoor u aansprakelijk wordt gesteld behoorlijk oplopen.
Depotstelsel
Onder het depotstelsel zou de Belastingdienst op haar naam depots (rekeningen) aanhouden bij banken. Inleners, aannemers en opdrachtgevers zouden ter vrijwaring van het risico van inleners- en ketenaansprakelijkheid op subrekeningen van dit depot bedragen kunnen storten. De depotbegunstigde (uitlener/onderaannemer) zou dan kunnen beschikken over het tegoed van deze subrekening voor de voldoening van loonheffingen en omzetbelasting. Met de bekendmaking dat het depotstelsel niet doorgaat, blijft het huidige stelsel van g-rekeningen bestaan.
G-rekeningen
In dit stelsel houdt de uitlener/onderaannemer op eigen naam een g-rekening aan bij een bank op basis van een driepartijenovereenkomst tussen de uitlener/onderaannemer, de bank en de Belastingdienst. Op deze g-rekening kunnen inleners, aannemers en opdrachtgevers bedragen storten ter vrijwaring van hun inleners- c.q. ketenaansprakelijkheid voor door de uitlener/onderaannemer onbetaalde loonheffing of omzetbelasting.
Aan het gebruik van de g-rekeningen zijn administratieve voorwaarden gesteld. Ook moet de nodige aandacht worden besteed aan de vormgeving van contracten. Wie personeel inleent van een organisatie die is opgenomen in het SNA-register kan inlenersaansprakelijkheid mogelijk geheel voorkomen.
Het g-rekeningensysteem wordt komende tijd toekomstbestendiger gemaakt. De bestaande mogelijkheid van rechtstreekse stortingen bij de Belastingdienst als alternatief komt te vervallen. Vanaf wanneer is nog onbekend.
Dit artikel verscheen in mei 2015 in het blad Aannemer. Klik hier voor een (proef)abonnement.
Discussie zien we graag op Aannemervak, maar wel met respect voor elkaar. Wij vragen daarom om onder volledige naam te reageren. Lees onze andere regels voor discussie hier. Met het plaatsen van een reactie verklaart u zich akkoord met deze regels.