Bij de waardering van onderhanden werk wordt aangesloten bij de administratie van de onderneming. Lastig voor de kleine ondernemer die geen administratie op projectniveau voert. Voor hem geldt een andere waarderingsmethode.
In artikel 3.29b van de Wet Inkomstenbelasting 2001 is de fiscale waardering van onderhanden werk en onderhanden opdracht opgenomen. Dit artikel – ook van toepassing voor de vennootschapsbelasting – stelt dat de winst op onderhanden werk voortschrijdend moet worden verantwoord. Tevens dienen alle projectkosten (directe en indirecte) te worden geactiveerd. Het te activeren toerekenbare winstdeel wordt uit de verwachte winst van het onderhanden werk afgeleid door deze te vermenigvuldigen met de breuk ‘geactiveerde kosten / totaal te verwachten kosten’. Uitgaande van de stand van zaken op balansdatum.
Met de invoering van deze maatregel is de wetgever erin geslaagd de winstbepaling op onderhanden werk voor de commerciële en de fiscale jaarrekeningen meer op elkaar te laten aansluiten. De fiscale waardering sluit meer aan bij de ‘percentage of completion methode’ die in de commerciële jaarrekening veelal wordt gehanteerd.
Van belang is dat een verlies op een project fiscaal mag worden genomen (op grond van het voorzichtigheidsbeginsel) als dat verlies voorzienbaar is. Dit verlies (mits onderbouwd!) kan daarom in beginsel direct worden verantwoord en behoeft niet te worden uitgesteld totdat het verlies daadwerkelijk is gerealiseerd.
Kleine ondernemingen
In beginsel wordt bij de waardering van onderhanden werk aangesloten bij de administratie van de onderneming. Een lastig punt voor kleine ondernemingen die geen administratie op projectniveau voeren. Ter tegemoetkoming is het voor kleine ondernemers fiscaal toegestaan volgens een andere methode te waarderen. Ook hier moet de winst voortschrijdend worden genomen door de toerekenbare kosten en het toerekenbare winstdeel te activeren. Het winstdeel wordt echter bepaald op basis van het gemiddelde winstpercentage over de drie voorgaande belastingjaren.
Voor de berekening van het gemiddelde winstpercentage wordt het commerciële bedrijfsresultaat voor rente, resultaat deelnemingen en belastingen gebruikt. Belangrijk is dat voor een verliesjaar een winstpercentage van 0% wordt meegewogen.
Tot de toerekenbare kosten behoren onder meer de financieringskosten. Deze fiscale waarderingsmethode wijkt waarschijnlijk af van de in de commerciële jaarrekening gehanteerde methode, waar bij kleine ondernemingen vaak de ‘completed contract methode’ (winstverantwoording bij oplevering) wordt gehanteerd.
Kwalificatie
Om te weten of u als kleine onderneming kunt kwalificeren, wordt gekeken naar de netto omzet. Ondernemingen met een netto omzet over het voorgaande boekjaar van minder dan 4 miljoen euro kwalificeren als kleine onderneming.
Bij ondernemingen waar de netto omzet meer is dan 4 miljoen euro, maar minder dan 8,8 miljoen euro is de administratie doorslaggevend. Slaagt de onderneming erin te bewijzen dat het – op basis van de administratie – onmogelijk is te waarderen volgens de hoofdregel, dan mag zij in beginsel de waardering voor kleine ondernemingen toepassen.
Resumé
De fiscale waardering van onderhanden werk en onderhanden opdrachten wijkt in veel gevallen af van de waardering in de jaarrekening. De ‘percentage of completion methode’ benadert de fiscale waardering. De ‘completed contract methode’ is fiscaal in beginsel niet toegestaan.
Fiscaal kan op balansdatum rekening worden gehouden met verliesgevende contracten en is uitstel van verliesneming niet nodig totdat het verlies feitelijk is gerealiseerd.
Dit artikel verscheen in september 2015 in het blad Aannemer. Klik hier voor een (proef)abonnement.
Discussie zien we graag op Aannemervak, maar wel met respect voor elkaar. Wij vragen daarom om onder volledige naam te reageren. Lees onze andere regels voor discussie hier. Met het plaatsen van een reactie verklaart u zich akkoord met deze regels.