#Bouwplaats

Richtlijn en scholing óók voor MKB aannemer

Wie veronderstelt dat scholing van steigermonteurs alleen van belang is voor gespecialiseerde steigermontagebedrijven, heeft het mis. Ook de monteur van de lokale aannemer wordt geacht straks te beschikken over een erkend diploma of branchecertificaat.

Betekent dit een grote verandering ten opzichte van de huidige situatie? Moet men extra investeren in personeel en dit in de tijd dat het economisch niet echt uitkomt? Voor het bedrijf dat zichzelf respecteert, de zzp’er of ozp’er die degelijk en betrouwbaar zaken wil doen, is het geen probleem.

Steiger is geen bijzaak

Het bouwen van een steiger, standaard of complex, is een specialistisch vak. Dat zowel door gespecialiseerde steigerbedrijven in de bouw, industrie, (petro)chemie, scheepsbouw en offshore wordt toegepast. Ofschoon het gebruik en de omstandigheden hetzelfde zijn: het blijven pijpen en koppelingen of systeemsteigers. Ook al bouw je de steiger voor eigen gebruik, zoals bijvoorbeeld  een metselbedrijf of voegbedrijf doet, het blijft het een werkplek voor mensen die ook graag na het werk weer heelhuids naar huis willen. Een grote verantwoordelijkheid dus voor diegene die de steigers monteren. Dat er met name op de kleinere bouwplaatsen het nodige aan schort en er nog steeds op onveilige wijze wordt gewerkt, tonen de jaarlijkse inspectieresultaten van de Inspectie SZW (Arbeidsinspectie) helaas tekens weer aan.

Er is een mentaliteitsverandering voor nodig om de montage van steigers te gaan beschouwen als een vak en niet als noodzakelijk kwaad, alvorens de kosten voor de bouw ervan ook op de rekening kunnen worden gezet. Dat betekent op termijn een mentaliteitsverandering van de opdrachtgever/klant, maar vooral ook van de aannemer, zzp’er of ozp’er zelf. Laten we eens beginnen met het werk volledig serieus te nemen en alle facetten van het bouwproces te gaan waarderen. Dit begint bij de kennis en vaardigheid van de monteur.

Nieuwe scholingsstructuur

De Richtlijn Steigers is een (digitaal) document, waarin het hele steigerproces is beschreven en is vastgelegd hoe voldaan wordt aan de wet- en regelgeving en de kwaliteit van de steiger gewaarborgd is, zodat er veilig op gewerkt kan worden. Een ieders verantwoordelijkheden zijn duidelijk vastgelegd. Een richtlijn die niet alleen wordt gehanteerd door de steigerbedrijven, maar vooral ook door opdrachtgevers en Inspectie SZW.

Dat geldt ook voor de nieuwe scholingsstructuur, waarbij een ieder die steigers monteert in de overgangsperiode tot 1 januari 2017 de gelegenheid heeft om monteurs óf een diploma te laten behalen óf een branchecertificaat. Vervolgens vindt registratie plaats op één centrale plek, het Centraal Diploma Register, waar ook de VCA-certificaten staan geregistreerd. Resultaat: een veilig opgebouwde, veilige steiger en geen fraude meer met pasjes of certificaten.

Een bijkomend resultaat is de erkenning van steigermontage als een vak én de erkenning van de vakmanschap van het personeel. Meerwaarde dus voor de baas én de werknemer.

Verandert er veel? Ja en nee. Voor die werknemers die veel ervaring hebben met steigermontage en/of al beschikken over ‘steigerpasjes’ of ‘certificaten Steigerbouwer A/B’ of vergelijkbaar, betekent het dat men de kennis en vaardigheden moet aantonen. Voor diegene die geen ervaring hebben, geen papieren, betekent het dat men geschoold of getraind moet worden, maar dan wel via het leren-werkentraject (BBL) of middels cursussen/trainingen mét persoonscertificering. Dit is niet anders dan dat de schilder, metselaar, tegelzetter, voeger of andere vakmensen ook dienen te beschikken over een erkend bewijs dat men het vak verstaat. Niet veel nieuws onder de zon dus.

Worden we op kosten gejaagd?

Er zijn verschillende wegen om aantoonbaar te maken dat de monteur over adequate kennis en kunde beschikt en veelal deels gesubsidieerd.

Voor hen zonder of met weinig ervaring: men kan lerend werken in de bedrijven en opgaan voor een MBO-diploma (vergelijkbaar met het vroegere LTS/MTS) via de zogenaamde BBL-opleidingen. Ook kan worden deelgenomen aan een training/cursus en een certificaat mét persoonscertificering behalen. Onder het regime van de BouwCAO worden de scholingskosten deels vergoed en voor de BBL-opleiding bestaat er daarnaast nog een subsidieregeling Praktijkleren.

Voor hen met veel ervaring bestaat een goed (en onder BouwCAO eveneens gesubsidieerd) alternatief: de EVC-methode, het beoordelen van Eerder Verworven Competenties. Dit is overigens geen traject ‘dat we wel even gaan halen’. Er moet wel degelijk samen met het bedrijf een gedetailleerde invulling worden gerealiseerd van een dossier dat de ervaring van de werknemer goed in beeld brengt. Maar dit leidt uiteindelijk, zo nodig met bijscholing, wel tot een erkend branchecertificaat of zelfs een MBO-diploma!

Diverse mogelijkheden dus, voor de functies hulpmonteur, monteur, 1e monteur en voorman en, zoals gezegd, veelal met diverse subsidiemogelijkheden.

Waar terecht?

Voor meer informatie over de EVC-trajecten of leren/werken (BBL-opleiding) in algemene zin, kan men terecht bij Fundeon, het kenniscentrum voor de Bouw.
Bij Opleidingsbedrijf VSB –een landelijk initiatief van de steigerbranche en samenwerkend met diverse erkende opleiders– kan men terecht voor BBL-scholing, cursussen en trainingen mét persoonscertificering en EVC-modules. Geheel in lijn met de Richtlijn Steigers dus.

 

Discussie zien we graag op Aannemervak, maar wel met respect voor elkaar. Wij vragen daarom om onder volledige naam te reageren. Lees onze andere regels voor discussie hier. Met het plaatsen van een reactie verklaart u zich akkoord met deze regels.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Met deze wekelijkse nieuwsbrief blijf je op de hoogte van de laatste ontwikkelingen in de bouw.