Aannemer 3 – 2020 – pag. 41

Gevelmetselwerk
verankeren aan
cellenbeton
Verankering van gevelmetselwerk aan cellenbeton is een detail dat in erg veel
projecten voorkomt, veelal als oplossing voor de dakrand. Maar hoe veilig,
duurzaam en degelijk is een dergelijke verankering? In dit artikel de
belangrijke punten om op te letten.

Om maar met de deur in huis te vallen: vaak wordt een inferi-
eure verankeringsmethode in cellenbeton toegepast. Dat
komt enerzijds doordat er onduidelijkheden zijn over certifi-
cering van ankers en pluggen (en combinaties daarvan) en de
informatie die daarover wordt verstrekt vanuit producenten.
Daarnaast blijkt er ook weinig kennis in de markt te zijn, op
basis waarvan een correcte keuze gemaakt kan worden voor
het verankeren van gevelmetselwerk aan cellenbeton. Het
wordt meestal al jaren op een bepaalde wijze uitgevoerd en
soms wordt op basis van enige testen op de bouw de con-
clusie getrokken dat deze wijze voldoende veilig zou moeten
zijn. Maar vaak is dit niet het geval, of worden er randvoor-
waarden bij aangegeven die niet gecommuniceerd worden
gedurende de uitvoering, maar wel cruciaal zijn voor een
correcte verankering.

normeringen en BRL
Wat is nu belangrijk om te weten over dit onderwerp? Aller-
eerst een blik op wat er staat in de normeringen, richtlijnen
en aanbevelingen.
In de NEN-EN 771-4 ‘Specificaties voor metselstenen – Deel
4: Cellenbeton’, wordt niets specifieks vermeld met betrek-
king tot het aanbrengen van spouwankers in cellenbeton.
In de NEN-EN 1996-1-1 wordt over verankering van spouwan-
kers in een binnenblad het volgende gemeld in art. 6.5: “Bij
het bepalen van de constructieve weerstand van ankers

moet rekening zijn gehouden met afwijkingen van de recht-
heid en aantastingen van het materiaal, inclusief het risico
op bros bezwijken ten gevolge van opeenvolgende vervor-
mingen waaraan de ankers zijn onderworpen tijdens en na
de uitvoering”.
Deze wijze van belasten en aanvullende voorwaarden wor-
den standaard meegenomen in de testmethodes die
gebruikt worden voor de certificering van spouwankers. In
een uittrekproef op de bouwplaats wordt dit allemaal niet
meegenomen, zodat het risico bestaat dat de spouwveran-
kering niet de volgens de norm vereiste sterkte bezit.
In de NPR 9096-1-1 staat in art. 3.8.2. het volgende gemeld
over verankering van gevelmetselwerk: “In het algemeen is
de druksterkte van spouwankers zoveel kleiner dan de trek-
sterkte van spouwankers, dat de situatie met winddruk op
het buitenblad bepalend is voor de sterkte van de spouw-
ankers. Wel behoort ook de treksterkte van de toegepaste
spouwankers te worden getoetst”. Zeker in het geval van ver-
ankering van gevelmetselwerk in cellenbeton is het van
belang dat de treksterkte getest en/of aangetoond wordt.
Deze zal in veel gevallen – we kunnen op dit punt wel stel-
len: in alle gevallen – maatgevend zijn voor het vereiste
aantal spouwankers per vierkante meter.

Naast de normbladen kan voor de certificering van metsel-
werk teruggevallen worden op beoordelingsrichtlijnen (BRL).

41nr. 3 – Mei 2020 Aannemer

40-41-42-43_vekemans.indd 41 01-05-20 13:35

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Met deze wekelijkse nieuwsbrief blijf je op de hoogte van de laatste ontwikkelingen in de bouw.