Aannemer 3 – 2020 – pag. 42
Stabiliteit dakrand controleren
en aantonen is van belang
In de BRL voor gevelmetselwerk (BRL 2826-02) staat in art.
5.4.10 over de verwerking van spouwankers het volgende:
“Spouwankers met aan één zijde een platte strip, moeten
met de gesloten kant boven tot aan de aanslag in de volle
lijmvoeg worden geplaatst en ingelijmd zoals aangegeven in
het bestek en mogen niet achteraf in de lijmvoegen worden
gedrukt. Het aantal, de afmetingen en de plaats van de
spouwankers dienen door de constructeur van de opdracht-
gever te zijn aangegeven. Bij toepassing van cellenbeton
kunnen eventueel ook boorankers achteraf worden aange-
bracht”.
Allemaal interessant dat het zo in de BRL staat, maar op
basis van hetgeen hiervoor aangegeven is, mag duidelijk
zijn dat alleen de vermelding dat boorankers achteraf aan-
gebracht kunnen worden, niet voldoende is voor een veilige
en betrouwbare verankering.
Pluggen en spouwankers
In Nederland (en ook in België en Duitsland) zijn er weinig
tot geen volledig gecertificeerde combinaties van pluggen
en spouwankers voor de verankering van gevelmetselwerk
in cellenbeton. Er zijn pluggen die gecertificeerd zijn voor
het gebruik in cellenbeton, ook voor de verankering van
gevelmetselwerk. De pluggen worden getest als een schroef-
verbinding, op basis van vastliggende normen en beoorde-
lingsrichtlijnen. Over het algemeen zijn voor deze verbin-
dingen ook verwerkingsvoorschriften beschikbaar.
Dit geldt niet voor de combinatie van spouwankers en
pluggen. Echter wordt er zelden tot nooit gekeken naar
de maximale uittreksterkte van deze pluggen in combinatie
met spouwankers. Wanneer deze combinaties al getest
zijn, worden de resultaten vaak niet vermeld in documen-
tatie, omdat deze waarden vaak erg laag zijn. Ook zijn deze
pluggen nooit gecertificeerd met een spouwanker en is
zodoende de gehele combinatie niet gecertificeerd.
Er zijn wel gecertificeerde productcombinaties, bijvoorbeeld
een SXR- of SXRL-plug van fischer in combinatie met een
muuranker VB van fischer, bevestigd met een RVS
A4-schroef volgens de voorschriften (zie afbeeldingen hier-
boven). De maximaal op te nemen trekkrachten op deze
ankers liggen vast en zijn afhankelijk van de inboordiepte
en kwaliteit van het cellenbeton. Deze waarden variëren tus-
sen de 0,18 en 0,89 kN voor een dikte van cellenbeton van
100-120 mm.
Let op: deze waarden zijn (beduidend) lager dan de stan-
daard treksterkte waarmee gerekend mag worden voor
spouwankers die op trek belast worden, te weten 1,0 kN.
Wanneer een dergelijke combinatie gebruikt zou worden in
het werk, is het dus van belang dat er specifieke spouw-
ankerberekeningen opgesteld worden voor de druksterkte
én de treksterkte.
Normaliter is de treksterkte niet maatgevend in een spouw-
ankerberekening. Echter: wanneer er verankerd wordt in cel-
lenbeton, is dit zeker een situatie die beschouwd moet wor-
den, aangezien deze vrijwel zeker maatgevend zal zijn voor
het vereiste aantal spouwankers per vierkante meter.
Het mag zodoende duidelijk zijn dat het van belang is dat
het systeem dat gebruikt gaat worden voor de verankering
van het gevelmetselwerk in cellenbeton, goed uitgewerkt en
berekend wordt. Het moet dus op tijd bekend zijn en alle
onderdelen van het systeem moeten in de berekeningen
goed worden meegenomen.
Met uitzondering van de hiervoor genoemde combinatie van
producten, zijn er verder geen gecertificeerde spouwveran-
keringen voor gevelmetselwerk in Nederland verkrijgbaar of
beschikbaar. Wanneer er gecertificeerde pluggen met
spouwankers toegepast worden in gevelmetselwerk, dan
wordt hiermee het risico genomen dat deze verbinding niet
constructief veilig is en dus zeer waarschijnlijk onvoldoende
toereikend om de optredende belastingen op te kunnen
nemen. De combinatie van de plug en het spouwanker dient
dus gecertificeerd te zijn. Het is niet voldoende dat de
afzonderlijke producten dat zijn.
cellenbeton in de dakrand
Er worden al jaren diverse constructieve verbindingen voor
het verankeren van gevelmetselwerk aan cellenbeton toege-
past in Nederland. Over het algemeen wordt cellenbeton
minder in (dragende) binnenspouwbladen toegepast, maar
42 Aannemer nr. 3 – Mei 2020
Techniek
40-41-42-43_vekemans.indd 42 01-05-20 13:35