Aannemer 4 – 2020 – pag. 43

Onlangs, tijdens een bijeenkomst over veiligheid met een aantal vertegen-
woordigers van grote bouwbedrijven,
opdrachtgevers in de bouw en vakbonds-
leden, kwam de opmerking: ‘We krijgen te
veel op het gebied van veiligheid in de
bouw’. En ik moet zeggen: ik zit daar ook
mee. Als voorzitter van de Taskforce Vei-
ligheid & Arbeidsomstandigheden van
Bouwend Nederland ben ik enthousiast
over alle initiatieven die er zijn. Ze zijn
opgezet met een reden. Maar uiteindelijk
wordt het, als je het allemaal optelt, wel
veel. Terwijl we minder regels wilden.
Voor mij, als directeur van een mkb-
bouwbedrijf valt het mee – ik pik de din-
gen eruit die ik belangrijk vind en daar-
mee ga ik in mijn bedrijf aan de slag.
Maar de grote bouwbedrijven hebben
onderhand wel twintig procedures met
betrekking tot kwaliteit en veiligheid. En
zij moeten al die procedures afwerken,
omdat dat zo onder meer is bepaald
vanuit de Governance Code Veiligheid in
de Bouw. Daardoor liggen ze – zou je
kunnen zeggen – aan de ketting. Dat wil
je nou net niet hebben. Veiligheid moet
niet een te grote belasting worden. Want
de vraag die rijst is dan: verbetert de vei-
ligheid door al deze procedures wel? Of
vergeten we daardoor zaken, bijvoor-
beeld dat de bouw goed georganiseerd
moet blijven?
De GPI, de Veiligheidsladder, Bouwspraak,
de campagne Hein & Guus – ze zijn alle-
maal belangrijk. Kunnen we deze initia-
tieven niet beter op elkaar afstemmen?
De vraag is: hoe? Ik ben daar nog niet uit.
Een aantal gedachten heb ik er wel over.
Op zich zou een en ander prima aan de

GPI gekoppeld kunnen worden, alleen is
dat een instrument dat enkel bij de
bouwplaatsen van de grote bedrijven
wordt gebruikt. Niemand binnen mijn
bedrijf kent de GPI.
Maar in dezelfde hoek zit de Bouw-ID,
een initiatief waarover in de cao jaren
geleden al afspraken zijn gemaakt, maar
dat nooit van de grond is gekomen. Het
idee daarvan was dat iedereen in de
bouw-cao beschikt over een Bouw-ID.
Daar zou je alles in kunnen verwerken.
Dat zou kunnen werken en leiden tot
minder procedures en meer zelfstandig-
heid bij bouwplaatsmedewerkers. Uitein-
delijk gaat het ook om hún veiligheid.
Verder zie ik een grote rol aan de voor-
kant in het proces, met de veiligheidsre-
gisseur die vanuit de opdrachtgever kijkt
naar het héle proces. De uitvoering nóg
meer belasten heeft geen zin: dat gaat
tegenwerken.
Een laatste gedachte tot besluit: waarom
koppelen we veiligheid ook niet aan de
Omgevingsvergunning en de Wet kwali-
teitsborging? Daarbij kan bij het indienen
van een omgevingsvergunning een veilig-
heidsplan worden geëist. De kwaliteits-
borger zou veiligheid dan mee kunnen
nemen in zijn werkzaamheden.
Hierin wens ik mijn opvolger veel succes.
Ik stop namelijk als voorzitter van de
Taskforce en draag het stokje over. Daar-
mee is dit ook mijn laatste column in
Aannemer. Bedankt voor het lezen!

Peter Koenders,
directeur van Koenders Totaalbouw en voorzitter van de
Taskforce Veiligheid & Arbeidsomstandigheden van
Bouwend Nederland.

‘Te veel’ op het gebied
van veiligheid?

43nr. 4 – Juni 2020 Aannemer

COLUMN

43_columnkoenders.indd 43 15-06-20 13:14

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Met deze wekelijkse nieuwsbrief blijf je op de hoogte van de laatste ontwikkelingen in de bouw.