Aannemer 5 – 2020 – pag. 6

Het aantal boerderijen op het Friese platteland, dat de oor-
spronkelijke bewoners of nieuwkomers laten herstellen,
groeit gestaag. Vorig jaar nam Jelle’s Boubedriuw er vijf
onder handen, dit jaar zijn dat er alweer vier. Met de groei is
ook de opslag van gebruikt hout gegroeid. Oude gebinten,
schoren en ook geeltjes liggen op voorraad in Greonterp,
opgekocht uit sloopboerderijen en klaar voor gebruik.
Niet alle boerderijen die voorbijkomen, worden gerestau-
reerd. Sommige zijn te krakkemikkig. “De gebouwen moeten
wel een beetje van goede kwaliteit zijn”, oordeelt Rypma. De
invulling van de werkzaamheden verschilt per restauratie.
Met regelmaat worden de oude plaatsen tot luxe woonboer-
derijen omgebouwd. De agrarische bestemming verdwijnt
dan.
Jonge boeren kiezen er ook regelmatig voor om de ouderlij-
ke boerderij te moderniseren. Ze nemen dan de melkvee-
houderij over en laten het woongedeelte en de schuur
renoveren. “We bouwen binnenkort ook een kangoeroewo-
ning bij een boerderij. De ouders trekken daarin en blijven
bij de melkveehouderij wonen.” In de boerderijen worden
ook wel appartementen of bed and breakfasts gerealiseerd.

Balken
De wensen van de nieuwe bewoners lopen soms sterk uit-
een, maar in het gros van de gevallen komen de oude bal-
ken weer in het zicht. Ook de Friese geeltjes zijn geliefd. De
verbouwing van een voormalige boerderij tot het restaurant
Omke Jan in Woudsend was een van de grootste klussen.
Het pand verkeerde in redelijke staat. De balken en schoren
moesten worden aangevuld en vervangen. Ook het gebint
en de schoren waren niet meer optimaal. Daarvoor moest
nieuw materiaal komen. “We hebben alles uit de sloop
gekocht en de schuur stap voor stap weer opgebouwd.”
De verbouw tot restaurant was vanwege de eisen voor hygi-
ene een extra uitdaging. Weliswaar heeft Rypma zijn eigen
‘keukenbedriuw’, maar die is meer voor particulieren. Voor
Omke Jan werd daarom een keukenspecialist ingehuurd.
Tegelwerk, schilderen en installaties werden in eigen beheer
gedaan. “Als het om boerderijen gaat, ben ik er zeker voor
om het oude zoveel mogelijk te bewaren. Het gebeurt wel
dat een renovatie zo omvangrijk is dat je op een prijskaartje
voor nieuw uitkomt”, aldus Rypma. Hij noemt het voorbeeld
van een boerderij, die zo slecht was dat de stenen muren
bijna omvielen. Van de oude, rode dakpannen op de schuur
zijn de slechte er uitgeselecteerd en vervangen. Op het
woonhuis kwamen weer oude, zwarte geglazuurde pannen.
“In het landschap zie je dan een oude boerderij, die van

‘Elke regenbui een kopje water
naar binnen, dat telt wel op’

Benodigdheden voor
het werk.

Restauratie vieringstoren
Jelle’s Boubedriuw is deze zomer bezig met de restauratie van de vierings-
toren van de Martinikerk in Sneek. Een omvangrijke klus, die op 36,5 meter
hoogte op de nok van het kerkdak wordt uitgevoerd. De dakruiter met een
achtkantige spits staat tussen vier topgevels, een spitstype dat de architect
van de kerk, Pierre Cuijpers, in die tijd vrij veel toepaste.
De torenspits is aan een grondige herstelbeurt toe. Het houtwerk is aange-
tast als gevolg van inwatering. Het lood vertoonde op verscheidene plaat-
sen scheurtjes en sloot op sommige plekken niet meer goed aan. “Als met
elke regenbui een kopje water naar binnen lekt, dan telt dat wel op’’, aldus
Jelle Rypma van Jelle’s Boubedriuw. De vier houten staanders, waarop het
plateau met de luidklok staat, worden of ingelast of zelfs in hun geheel ver-
vangen. Net als tijdens de vorige renovatie in 1981 wordt het plateau nu ook
weer met dezelfde roestvrijstalen profielen op de staanders vastgezet. “Ze
zijn toen twintig centimeter ingekort en aangelast. Met roestvrijstalen pla-
ten is toen een noodoplossing voor de bevestiging van staanders bedacht.”
Een schaftkeet hebben ze bij de renovatie van de vieringstoren van de Mar-
tinikerk in Sneek niet nodig. De bouwvakkers eten en drinken koffie in een
van de ruime kerkzalen, waar ook een toiletgroep aanwezig is. Met de
coronacrisis en de verplichte anderhalve meter afstand is dat een pluspunt.
Tegelijkertijd geeft het een besparing op de kosten. “Kerkbesturen moeten
altijd zuinig aan doen en dan komt zoiets weer goed uit”, vertelt Jelle
Rypma.
De eigenaar van Jelle’s Boubedriuw heeft ook op andere kosten bespaard.
Aanvankelijk zou de houten vieringstoren naar beneden worden getakeld en
op een grasveldje naast de kerk worden opgeknapt. De steigers, die voor de
inspectie waren geplaatst, stonden er toch al. Besloten is om ze te laten
staan en direct aan het werk te gaan. Het bouwen van een takelframe zou
bovendien extra kosten opleveren en de huur van een kraan ook.
Het werken aan de vieringstoren op deze plek genoot ook de voorkeur van
leidekker Marcel Hendriks uit Bolsward. “Hij kan het lood dan van onder af
aan goed opbouwen. Daarmee wordt het houtwerk ook waterdicht afgeslo-
ten”, vertelt Rypma.

6 Aannemer nr. 5 – September 2020

Project

04-05-06-07_projectjelle.indd 6 21-08-20 13:52

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Met deze wekelijkse nieuwsbrief blijf je op de hoogte van de laatste ontwikkelingen in de bouw.