Aannemer 5 – 2022 – pag. 42
Een gezond gebouw zonder koeling en ventilatiesysteem.
Dat kan. Het staat in Lustenau in Oostenrijk en heet 2226.
“Het heeft een serverkast en kleppen en ramen die automa-
tisch open kunnen en that’s it”, zegt Laurens Taal. Collega
Max Drath en hij zijn met Aveco de Bondt op missie om zo’n
gebouw ook in Nederland te realiseren. Om te bewijzen dat
het hier ook kan: een gebouw dat functioneert op natuurlij-
ke principes.
Drath is Duits architect, planoloog en bouwbioloog (opge-
leid aan het Institut Baubiologie und Nachhaltigkeit). Taal is
bouwkundige met een voorliefde voor en specialisatie in
duurzame integrale bouwtechniek. Als adviseurs brengen ze
voor opdrachtgevers onder meer de CO2-footprint in kaart
van bouwmaterialen. Daarbij kijken ze niet alleen naar de
Nationale Milieudatabase (NMD), maar ook naar een Euro-
pese database waarin zo’n 25.000 bouwproducten staan ver-
meld met hun EPD’s (European Product Declarations).
Omdat de meeste biobased materialen grootschalig in het
buitenland geproduceerd worden, bevat de NMD-database
op dit moment nog weinig biobased categorie 1-producten.
Door dit verschil in datakwaliteit verliezen de biobased
materialen het snel van de traditionele materialen die wel
in categorie 1-data beschikbaar zijn.
De NMD werkt er momenteel hard aan om meer buitenland-
se biobased producten in de database te krijgen. Tegelijker-
tijd is in Europa afgesproken dat LCA’s in de toekomst
volgens één standaard opgesteld worden, zodat alle bouw-
producten met elkaar vergelijkbaar zijn.
Natuurlijke regulerende functies
Met de afdeling bouwfysica richt Aveco de Bondt zich daar-
naast op de specifieke eigenschappen van biobased materi-
alen. “Biobased materialen kunnen worden ingezet om
dampopen te bouwen, waarbij je gebruik kunt maken van
hun natuurlijke regulerende functies.”
Voorbeeld: faseverschuiving. Natuurlijke isolatiematerialen
kunnen warmte veel langer bufferen dan traditionele isola-
tiematerialen. Drath: “Als de zon in de middag op de gevel
staat, dan duurt het met een materiaal als houtvezel zo’n
tien uur tot het aan de binnenkant aankomt. Op dat
moment is het al voldoende afgekoeld en belast deze
warmte het binnenklimaat niet meer. Je hebt geen extra
koeling nodig en voert de warmte ’s nachts af via ramen.”
Rekenen
Er bestaan softwaretools om dit gedrag te berekenen, van
een laag niveau tot een heel hoog niveau. Wel veelal Duitse
programma’s. “Het lage niveau bevat een tool die wij ook
regelmatig gebruiken, waarbij je een constructie kunt
samenstellen. Het programma berekent vervolgens de fase-
verschuiving van dat bouwdeel.”
Rekenen op hoog niveau kan Aveco de Bondt ook – en naar
eigen zeggen als enige ingenieursbureau in Nederland –
met behulp van WUFI Plus, een tool van het Fraunhofer
Institut. Met deze software maken ze een dynamische hygro-
scopische (vocht- en warmte-)berekening van een gebouw.
Die laat zien wat over meerdere jaren bekeken de invloed
van warmte en vocht op de constructie is. “Dit is een stuk
uitgebreider dan de lineaire Glaser-methode die in Neder-
land standaard is bij bouwfysische berekeningen. Er zit een
enorm model achter”, zegt Taal.
Zo kunnen de adviseurs zien of tijdens het gebruik van een
gebouw installaties bij moeten springen om het binnenkli-
maat te reguleren en of er mogelijke vochtproblemen ont-
staan, zodat zij dit kunnen aanpassen door andere of dikke-
re materialen te kiezen. “Het is ingewikkelder rekenen, maar
als we daarmee de installatiekosten op termijn uit een
gebouw kunnen halen en een gebouw kunnen maken dat
zichzelf reguleert, dan is dat natuurlijk een prachtige inves-
tering.”
Er komen in een hygroscopische berekening zaken aan het
licht die anders niet naar voren komen. Drath geeft een
voorbeeld: “Als ik met schuimisolatie iets renoveer of ver-
bouw, dan is er volgens de Glaser-methode helemaal geen
probleem met vocht. Omdat er materiaal inzit dat geen
vocht doorlaat in welke richting dan ook. Er wordt lineair
gekeken: is er een dauwpunt? Nee, klaar. En dan wordt er
een bouwvergunning afgegeven omdat je voldoet aan de
bouwfysische eisen. Als je dynamisch rekent met WUFI, krijg
je gelijk na invoering vochtophopingen aan beide kanten
van die isolatieplaat.”
Met WUFI kan Aveco simuleren hoeveel vocht er in een con-
structie kan komen, hoelang dat vocht in de constructie
blijft en in welke richting de constructie weer uitdroogt. “We
kunnen daarmee aantonen dat een rijksmonument wordt
aangetast als je het niet goed doet.”
Monumenten
Bij monumenten krijgt Aveco de Bondt momenteel voet aan
de grond met de uitgebreide rekenmethodiek, met name in
Amsterdam. “Wij tonen aan dat het de meest waardevolle
manier is om een rijksmonument – maar ook een gewoon
huis – te isoleren met biobased materialen. Dan voeg je
dampopen materialen toe aan een constructie die sowieso
altijd al dampopen was”, zegt Drath. “Oude gebouwen zijn
dampopen, de bouwmeesters van destijds wisten dat. Daar-
om kom je in oude gebouwen soms lagen van 3 cm kalk-
pleister op de muur tegen. Dat deden ze zodat die laag altijd
‘Maak gebruik van natuurlijke regulerende
functies van biobased materialen’
42 Aannemer nr. 5 – September 2022
GEBOUWSCHIL
40-41-42-43_aveco.indd 42 25-08-2022 16:40