Aannemer 6 – 2020 – pag. 22
TEO: energie uit de vijver
De bedrijfshal wordt met lucht verwarmd. De energie
die daarvoor nodig is, komt uit de vijvers naast de hal.
“Omdat die onder een hoogspanningskabel liggen,
mochten we daar niet bouwen. Ook hadden we een
meter zand nodig voor de fundering. Dat zand hebben
we uit de vijvers gehaald.”
Deze methode heet TEO, wat staat voor thermische
energie uit oppervlaktewater. “Het is hetzelfde principe
als bij een warmtepomp”, legt Dijkhuis uit. “We halen
water uit de vijver en het komt met een andere tempe-
ratuur weer terug. Om ervoor te zorgen dat de vijver
niet te snel afkoelt of opwarmt, maken we een verbin-
ding met het kanaal erachter. Dat dient als buffer.”
De installatie binnen in de bedrijfshal bestaat uit een
luchtbehandelingssysteem. Daarbij wordt warmte-
terugwinning uit de lucht toegepast. Dat is op zich niet
zo bijzonder. Wat wel bijzonder is, is dat hier de koe-
ling plaatsvindt door middel van indirecte adiabati-
sche koeling. Dat is koelen met verdampingsenergie.
Dat is een heel zuinige manier en wordt nog niet vaak
toegepast op deze schaal. Alleen het restant energie
voor extra koeling en verwarming komt dus uit de vij-
ver. AliusClimate uit Eersel is verantwoordelijk voor
deze installatie. De luchtkanalen worden door de
opdrachtgever zelf geproduceerd.
De toegepaste insectenwerende buitenplaat is Agepan DWD.
“De enige plaat die ik ken voor deze toepassing. Hij ziet eruit
als mdf en is super dampopen. Bij een opbouw als deze
moet je ervoor zorgen dat de binnenplaat vijf tot tien keer
zo dampdicht is als de buitenplaat. Op die manier kan vocht
naar buiten. Er zit nergens folie in de wanden.”
Tweede keus staalplaten
De wanden worden aan de buitenzijde afgewerkt met twee-
de keus nieuwe staalplaten. Aanvankelijk was het idee om
hergebruikte stalen platen toe te passen, maar die zaten
volgens Dijkhuis vol gaten en deuken. “En het moet geen
geitenwollensokkenuitstraling krijgen. Vandaar de keus voor
tweede keus nieuwe platen. Ze zijn bevestigd op houten
regels en daarmee ook weer gemakkelijk van de gevel te
schroeven.”
De stalen platen worden onderbroken door bamboe stro-
ken. De boeiboorden worden door de opdrachtgever RPP
Kunststoffen zelf gemaakt van een houtcomposiet dat wordt
gebogen. RPP leverde ook vochtschermen van gerecycled
kunststof voor de bouw.
Betonvloer
Terug naar de betonvloer. De fundatie van de hal is gemaakt
met prefab betonpoeren van ‘gewoon’ beton, wel met hon-
derd procent betongranulaat en een milieuvriendelijk bind-
middel. “Voor de fundatie heb ik nog geen alternatief
gevonden”, zegt Dijkhuis. “Voor de vloer zelf kwamen we
zoekend naar alternatieven in contact met betonleverancier
Rouwmaat, die al diverse keren projecten had gedaan met
geopolymeer beton, waarin geen cement zit en dat dus een
veel lagere CO2-belasting kent. Nou, dat wilden we hier ook
testen.”
Het storten van dit beton is op zich geen probleem meer,
maar omdat nog onbekend is hoe snel het aantrekt, is dit in
drie fases gedaan, legt Dijkhuis uit. “Eerst een heel klein
stukje van 200 m2, dat ging goed. De volgende fase ging al
beter en de laatste fase ging top. We hebben gemerkt dat
het heel taai is en heel zwaar om in te lopen.”
Vloerspecialist Jadi hanteerde een stortproces met dumpers
en een automatische rei, waarbij men achteruit werkte. “Dat
was nieuw en pakte goed uit.”
Hoewel het taaie beton in feite zonder wapening zou kun-
nen worden toegepast, durfde niemand dat aan. “SQAPE
(SQAPE Geopolymeer Technologie, red.) zei dat het sowieso
wel zou kunnen als de vloer 28 cm dik zou worden, maar dat
vonden wij niet ecologisch. Uiteindelijk hebben we ervoor
gekozen om staalvezels toe te passen, in een vloer van
16 cm dik. We verwachten, omdat het beton veel taaier is,
minder craquelé en krimpscheuren en uiteindelijke een
hogere kwaliteit dan die bij gewoon beton.”
22 Aannemer nr. 6 – Oktober 2020
PROJECT
18-19-20-21-22-23_dijkhuis.indd 22 25-09-20 14:07