Aannemer 6 – 2021 – pag. 45

Na jarenlang te hebben geklaagd over de afschilferende
nokvorsten van hun twee-onder-een-kapwoning zijn de
bewoners het zat. De aannemer heeft naar aanleiding van
deze klachten weliswaar een servicenummer geopend en
enkele nokpannen vervangen, maar geen verantwoordelijk-
heid genomen om het probleem echt op te lossen. Herstel-
werkzaamheden werden keer op keer uitgesteld. Nu er ook
grote brokken cement van de rieten kap naar beneden val-
len, is het de hoogste tijd voor actie. Ze willen dat de aan-
nemer wordt veroordeeld tot het aanbrengen van deugdelij-
ke nokvorsten in een deugdelijke cementlaag. Door een
specialist op het gebied van rieten kappen.

Standpunt aannemer
De aannemer stelt dat de opdrachtgevers pas op 31 januari
2020 – per brief – op de nokvorsten zijn teruggekomen.
Meer dan twee jaar later na de laatste melding in 2017. De
afbrokkelende cementvoegen zijn zelfs nog nooit eerder
genoemd. Met andere woorden: de vordering is verjaard.

recht op nakoming
De arbiter pakt artikel 7:761 BW erbij. Daaruit volgt dat een
rechtsvordering wegens een gebrek in het opgeleverde werk
verjaart als er na het eerste protest twee jaar is verstreken.
Daar is onderuit te komen met artikel 3:317 BW. De schuld-
eiser moet dan een schriftelijke aanmaning of schriftelijke
mededeling doen waarin staat dat hij zich ‘ondubbelzinnig
het recht op nakoming voorbehoudt’.

De opdrachtgevers hebben op 15 juni 2015 voor het eerst bij
de aannemer geklaagd over het loslaten van schilfers gla-
zuur van de nokvorsten. In augustus 2015, juli 2016 en begin
juli 2017 heeft de vakman enkele beschadigde pannen ver-
vangen. Na een brief van 4 juli 2017, waarin wordt gevraagd
om een definitieve oplossing, is er tot aan 31 januari 2020
geen enkel contact meer met de aannemer geweest. De

eigenaren verbleven naar eigen zeggen in het buitenland en
waren niet gefocust op het probleem. Aangezien geen aan-
maning is verstuurd, is de vordering verjaard.

Ontbrekend dakluik
Daarmee is de zaak nog niet afgerond. Er is een tweede
klacht. Die van het ontbreken van een toegangsluik op het
dak. Dit platte dak – ongeveer 12 meter hoog – is volgens de
bewoners niet eenvoudig voor onderhoud te bereiken.
Anders dan bij de door de aannemer later gebouwde
woningen van hetzelfde type in hun wijk, is bij hun woning
geen dakluik aanwezig. Dat moet er alsnog komen.

Aangenomen werk
Het toegangsluik is niet opgenomen in de technische
omschrijving en staat evenmin op de tekeningen die deel
uitmaken van de overeenkomst. En dus hoorde het dakluik
niet tot het aangenomen werk. Er is geen sprake van een
tekortkoming. Evenmin kan het ontbreken van een toe-
gangsluik als een technisch gebrek worden aangemerkt. Ook
deze vordering wijst de arbiter af.

Slotsom
De aannemer valt niets te verwijten, zodat hij geen enkele
cent van de proceskosten à 6.974,14 euro hoeft te betalen.
De opdrachtgevers – voor honderd procent in het ongelijk
gesteld – worden in dit garantiegeschil veroordeeld tot
betaling van de aanvraagkosten. Een bedrag van 380 euro.

Er zit geen schot in de aanpak van de afschilferende nokvorsten op
hun woning. En dus brokkelt ook het vertrouwen van de eigenaren
in de aannemer langzaam af. Een rechtszaak moet leiden tot nieuwe
halfronde dakpannen én een dakluik. Maar of het zover komt…

‘De aannemer heeft het probleem
nooit écht opgelost’

45nr. 6 – Oktober 2021 Aannemer

44-45_arbitrage.indd 45 23-09-21 09:48

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Met deze wekelijkse nieuwsbrief blijf je op de hoogte van de laatste ontwikkelingen in de bouw.