Aannemer – nummer 1 – 2017 – pag. 34
36 Aannemer januari 2017
Een lekkage
in de aan zijn
woning grenzende
stallingsruimte noopt
de eigenaar om het
euvel te laten
onderzoeken. Wat
blijkt: het dakbeschot
is ernstig aangetast
door condensatie-
vocht en buigt door.
De aannemer wordt
hierop aangesproken.
Lekkend dak valt niet onder garantie
Tekst: Viola Huurnink Illustratie: Pennestreek
Bewerkt naar het desbetreffende verslag van de Raad van Arbitrage Geschilnummer 35.726
Tekst: Viola Huurnink Illustratie: Pennestreek
Bewerkt naar het desbetreffende verslag van de Raad van Arbitrage Geschilnummer 34.835
Na oplevering doen zich bij een
aantal woningen in een bouw-
project, waaronder die van de
opdrachtgever, lekkages voor.
Herstel volgt. Nu opnieuw sprake is
van lekkage beroept de eigenaar
zich op de ondernemersgarantie.
De opdrachtgever ontving bij de
eerste lekkage een brief waarin de
aannemer het volgende stelt: “Con
form afspraak met u verstrekt [naam
aannemer] een ondernemersgarantie
van 5 jaar na voltooiing van de dak
werkzaamheden en goedkeuring
daarvan bij oplevering …” en “De voor
akkoord getekende opleveringslijst
van de herstelwerkzaamheden van
uw woning hebben wij ter informatie
bijgevoegd. In deze opleveringslijst is
de datum van gereedmelding van de
herstelwerkzaamheden vermeld. Dit is
tevens de ingangsdatum voor de met
u overeengekomen ondernemers
garantie voor de herstelwerkzaam
heden aan de daken.” Gevolgd door
een brief waarin de aannemer bericht
dat “de garantietermijn op het dak
werk ingaat op 1 april 2011.”
De arbiter meent dat de aannemer
garantie heeft gegeven op de herstel
werkzaamheden aan het dak van de
opdrachtgever en niet in meer al
gemene zin op een waterdichte af
werking van het dak. De tweede brief
ziet op een verlenging van de bij de
eerste brief afgegeven garantie.
De aannemer voert aan dat na
destructief onderzoek is gebleken dat
de lekkages niet het gevolg zijn van
de door hem verrichte herstelwerk
zaamheden en zodoende niet vallen
onder de ondernemersgarantie.
Geconstateerd is dat de dakconstruc
tie droog was onder de WDOfolie.
De opdrachtgever stelt, na bij een
expert ingewonnen advies, dat de lek
kages te wijten zijn aan condensatie.
Wat weer wijst op een onvoldoende
stromingsdichte of dampdiffusiedichte
ondergrond.
Volgens de arbiter is de door de
opdrachtgever aangedragen oorzaak
van de lekkages niet het gevolg van
de door de aannemer verrichte her
stelwerkzaamheden. Uit het plan van
aanpak blijkt dat het betreffende
onderdeel van de dakconstructie
geen deel uitmaakt van de herstel
werkzaamheden.
Bovendien heeft de opdrachtgever ter
zitting verklaard dat het dakelement
tijdens de herstelwerkzaamheden dui
delijk zichtbaar was (en dus niet was
verwijderd). Daaruit kan worden
geconcludeerd dat aan dit dakelement
geen herstelwerkzaam heden zijn
verricht.
De opdrachtgever wordt in het on
gelijk gesteld en betaalt 3000 euro
proceskosten.
Bewerkt naar het
desbetreffende
verslag van de
Raad van Arbitrage
Geschilnummer
35.803
annemer
36-37_arbitrage.indd 36 11-01-17 13:18