Hoewel de aannemer staat gekwalificeerd als ‘vakman voor ambachtelijk restauratiewerk’, krijgt een rijksmonument niet de aandacht die het verdient. Wat volgt, is een afkeuring door Monumentenzorg. De verbouwereerde opdrachtgever wil geld zien.
Een aannemer sluit een overeenkomst voor de renovatie van de achter- en zijgevel van het pand van de opdrachtgever. In een brief deelt de klant op een gegeven moment mee dat de plaatsing van de nieuwe kozijnen niet eerder kan plaatsvinden dan na schriftelijke goedkeuring van Monumentenzorg. Een maand later stelt de aannemer contact te hebben gezocht met Monumentenzorg en mondeling goedkeuring te hebben gekregen om de kozijnen te plaatsen. Zo geschiedde.
Tijdens de oplevering keurt Monumentenzorg de werkzaamheden van de aannemer af. Zij geeft daarbij aan nooit op de bouw of in de werkplaats van de aannemer te zijn geweest om de kozijnen goed te keuren. De opdrachtgever vordert in deze zaak 32.276,11 euro schadevergoeding van de aannemer.
Vraag is allereerst of de aannemer wist dat het om een rijksmonument ging. Niet van meet af aan, oordeelt de arbiter. Toen de aannemer werd opgedragen de kozijnen vooraf door Monumentenzorg te laten keuren, had bij hem wel een belletje moeten gaan rinkelen. Als professionele partij had hij zich – nog voor de uitvoering – moeten vergewissen van de voor het werk geldende regelgeving.
Vervolgens blijkt nergens uit dat de aannemer contact heeft gezocht met Monumentenzorg. Op de bewering van Monumentenzorg dat zij nooit toestemming heeft gegeven voor plaatsing van de kozijnen, heeft de aannemer niet gereageerd. De arbiter gaat er dan ook vanuit dat de aannemer over deze toestemming heeft gelogen.
De werkzaamheden aan het pand voldoen daarnaast niet aan de eisen van goed en deugdelijk werk, concludeert de arbiter. De detailleringen van de kozijnen wijken af van de bestaande kozijnen en zelfs die afwijkende detailleringen zijn niet consequent doorgevoerd. Binnen dezelfde kozijnen zijn verschillende profileringen toegepast. Voor het gevelherstel zijn materialen gebruikt die volgens de richtlijnen voor herstel van monumenten niet zijn toegestaan. De maatvoering is gebrekkig, kozijnen zijn scheef geplaatst en op ongelijke hoogte. De herstelkosten: 36.000 euro.
Na een som waarin de posten herstelkosten, bespaarde kosten, expertisekosten, aanneemsom, reeds betaald bedrag en meerwerk zijn opgenomen, is de aannemer zijn klant een bedrag van 23.048,94 euro verschuldigd. Een betaling waartoe hij wordt veroordeeld. Daar komen de arbitragekosten à 6445,90 euro bij.
Bewerkt naar het desbetreffende verslag van de Raad van Arbitrage
Geschilnummer 30.225
Tekening: Pennestreek/Tony Tati
Dit artikel verscheen in februari 2015 in het blad Aannemer. Klik hier voor een (proef)abonnement.
Discussie zien we graag op Aannemervak, maar wel met respect voor elkaar. Wij vragen daarom om onder volledige naam te reageren. Lees onze andere regels voor discussie hier. Met het plaatsen van een reactie verklaart u zich akkoord met deze regels.