Een verlaagd plafond, een afwijkende kozijnbreedte en gevelmetselwerk in een andere kleur. Zijn aanbouw is helemaal niet identiek aan die van de buren, aldus de opdrachtgever. Hij besluit het ‘prutswerk’ voor de rechter te brengen.
De opdrachtgever eist dat de uitbouw alsnog wordt gerealiseerd zoals is overeengekomen, meer subsidiair een door arbiter te bepalen schadevergoeding.
De arbiter constateert op grond van artikel 33 van de koopovereenkomst dat partijen zijn overeengekomen dat de aannemer een aanbouw realiseert ‘gelijk aan die van de andere huizen ter plekke’. Ofwel, dat de aanbouw – behoudens ondergeschikte punten – identiek moet zijn aan die van de omliggende woningen. Dus niet specifiek aan die van de buren, zoals de opdrachtgever meent. Detail: het blok waarvan de woning deel uitmaakt, bestaat uit woningen met verschillende beukmaten. Ook de kleur van het gevelmetselwerk is niet gelijk.
De aannemer erkent ter zitting dat de aanbouw van de opdrachtgever voor wat het verlaagde plafond betreft, afwijkt van de andere huizen. De eigenaren van deze woningen zijn realisatie van een aanbouw voorafgaande aan de bouw van die huizen met de vakman overeengekomen, terwijl de overeenkomst met de opdrachtgever tijdens de afbouw is gesloten. Voor de realisatie van de aanbouw moest de aannemer een stalen balk ter plaatse van de oorspronkelijke gevel plaatsen ter ondersteuning van de bovenverdieping, terwijl de draagconstructie van de andere huizen voorafgaande aan de bouw kon worden aangepast. Het verlaagde plafond is een gevolg van de aanwezigheid van de stalen balk. Een essentiële afwijking, vindt de arbiter, die niet met de opdrachtgever is gecommuniceerd. Hier is de vakman dan ook tekortgeschoten. Om het plafond van de aanbouw gelijk te kunnen laten zijn met die van de woonkamer, moet de volledige draagconstructie worden aangepast. Zo’n aanpassing is disproportioneel, vandaar dat de opdrachtgever 5.000 euro schadevergoeding toekomt.
De arbiter oordeelt vervolgens dat de aanbouw voor wat de breedte van het kozijn betreft, is gerealiseerd zoals overeengekomen. De aanwezigheid van een dubbele stijl als gevolg van het tegen elkaar plaatsen van twee kozijnen (hergebruikt plus nieuw) is niet fraai, maar van ondergeschikt belang. Niet kan worden gezegd dat nu niet is voldaan aan het bepaalde in artikel 33. Deze dubbele stijl is bovendien gecommuniceerd en door de opdrachtgever geaccepteerd. Datzelfde geldt voor de kleur van het gevelmetselwerk.
De aannemer betaalt de helft van de arbitragekosten à 3.918,69 euro.
Bewerkt naar het desbetreffende verslag van de Raad van Arbitrage
Geschilnummer 80.679
Tekening: Pennestreek/Tony Tati
Dit artikel verscheen in mei 2014 in het blad Aannemer. Klik hier voor een (proef)abonnement.
Discussie zien we graag op Aannemervak, maar wel met respect voor elkaar. Wij vragen daarom om onder volledige naam te reageren. Lees onze andere regels voor discussie hier. Met het plaatsen van een reactie verklaart u zich akkoord met deze regels.