‘Constructieve onveiligheid in de bouw is tikkende tijdbom’, waarschuwt expert Shahid Suddle

"Veiligheid in de bouw begint bij eigenaarschap in de gehele keten", aldus Shahid Suddle (foto: Dennis Wisse).

De bouwsector is nog altijd koploper in het aantal arbeidsongevallen. Af en toe storten er ook bouwwerken in. Shahid Suddle, onafhankelijk wetenschapper en programmamanager veiligheid, waarschuwt met name voor de onveiligheid van bouwwerken. “Aannemers durven steeds meer tegen opdrachtgevers in te gaan en te zeggen: dit is niet veilig maakbaar. Constructeurs moeten daarin ook proactiever worden en hun verantwoordelijkheid pakken.”

Hoe kijk je naar veiligheid in de bouw?

Shahid Suddle: “Veiligheid in de bouw heeft de afgelopen decennia een enorme transitie doorgemaakt. Toen ik afstudeerde in 2001 kon ik zonder helm of veiligheidsschoenen bouwplaatsen bezoeken. Dat dat nu niet meer kan, dat is mooi om te zien. Tegelijkertijd zijn er zo’n 2000 onveilige situaties per dag in Nederland. Dus er is nog steeds een wereld te winnen in de bouwplaatsheid. Dit geldt overigens ook in de bouwwerkveiligheid en omgevingsveiligheid.”

Hoe is het daarmee gesteld?

“De focus ligt vaak op de aannemer en op bouwplaatsveiligheid tijdens de bouwfase. Terwijl je daarnaast ook moet kijken naar bouwwerkveiligheid of constructieve veiligheid van de gebruiksfase. De kans dat de constructie bezwijkt is heel klein, maar áls het een keer gebeurt op een tijdstip waarbij veel mensen aanwezig zijn in een gebouw of op een brug, dan zijn de gevolgen enorm.

De afgelopen jaren hebben we in Nederland echt heel veel geluk gehad met instortingen van gebouwen, waar geen slachtoffers zijn gevallen. Denk aan de 7 hectare ingestorte kassen in Middenmeer in juni 2025, de Wilhelminatoren in Valkenburg in maart 2025, de parkeergarage in Nieuwegein in 2024 en het dak van het AFAS Station in Alkmaar in 2019. Er is geen garantie dat we de volgende keer weer geluk zullen hebben. Dit is echt een tikkende tijdbom.”

Wat gaat er precies mis?

“Het nemen van verantwoordelijkheid en eigenaarschap. Er is geen regie op veiligheid in het bouwproces. Wie is nu echt verantwoordelijk voor die constructieve veiligheid bijvoorbeeld. Ik geef een voorbeeld over constructieve veiligheid.

Een opdrachtgever heeft een ingenieursbureau gevraagd een offerte uit te brengen voor het doorrekenen van de constructie van het gebouw omdat er gerenoveerd moet worden. Het ingenieursbureau brengt een offerte uit van € 100k. Gedurende contractsluiting vraagt de opdrachtgever of het ook voor € 30k kan, omdat er intern beperkt budget beschikbaar is. Het ingenieursbureau gaat akkoord met € 30k; wel met de kanttekening dat hij natuurlijk niet alles kan doorrekenen. Opdrachtgever vindt het prima, en de opdracht wordt gegund. Hiermee introduceer je bouwwerkveiligheidsrisico’s die onveiligheid in de gebruiksfase creëert.

Ik geef nog een ander voorbeeld, over bouwplaatsveiligheid. Als je kijkt naar het aantal projecten dat wij in een bepaald tijdsbestek willen uitvoeren, dan is dat best wel veel. De druk op ingenieursbureaus die ontwerpen moeten maken en aannemers die het moeten uitvoeren, is mega. Ingenieursbureaus en aannemers moeten heel veel doen in een heel kort tijdbestek. Met als gevolg dat ze externen gaan inschakelen of soms mensen met een niet-Nederlandse achtergrond. Dat laatste hoeft op zich geen probleem te zijn, maar het kan wel betekenen dat je deze bouwplaatsmederwerkers goed moet instrueren om de cultuurverschillen enigszins te overbruggen.

Dit voorbeeld illustreert dat een besluit voor meer projecten in een kort tijdbestek op een ander tafel (meso-niveau) worden genomen. Dit is dus vaak buiten het project om. Deze besluiten, kunnen later in het proces impact hebben op de veiligheid van het bouwwerk of van bouwplaatsmedewerkers.”

‘Het is een kwestie van tijd dat er slachtoffers gaan vallen’

De Nederlandse Vereniging voor Veiligheidskunde waarschuwt dat de werkdruk en personeelstekorten de veiligheid bedreigen. Hogere werkdruk, overuren, kortere nachtrust. Herken je dat beeld?

“Dat constateer ik ook. Maar ik wil wel benadrukken dat niet alleen arbeidsmigranten een onveilige setting op de bouwplaats creëren. Als je mensen veiligheidsbewust maakt en je het goede gesprek aangaat, dan is mijn ervaring dat heel weinig mensen zeggen: nee, ik wil niet veilig werken. Het is vaak onbewust onbekwaam gedrag. En ik moet echt de aannemers complimenteren die de afgelopen 10 tot 15 jaar een ontwikkeling hebben doorgemaakt waardoor dat veiligheidsbewustzijn veel groter is geworden.”

Welke aannemers zie je die het goed doen?

“Grote aannemers – zoals Heijmans, VolkerWessels en Dura Vermeer – hebben het goed voor mekaar. Ze hebben veiligheidsprogramma’s en zijn aardig bewust van hun rol. De onveiligheid begint vaak als de ketens met onderaannemers langer wordt. Ofwel als er gewerkt wordt met meerdere onderaannemers of onder-onderaannemers of met eenpitters in de bouw. In de utiliteitsbouw is het aantal onderaannemers groter dan in de infra. Meer onderaannemers betekent meer coördinatie om onveilige situaties op de bouwplaats tegen te gaan. Bij werken met meerdere onderaannemers moeten communicatieslagen gemaakt worden.

Maar ook een installateur die zonder instructie het dak op wordt gestuurd om zonnepanelen te leggen loopt risico. De uitdaging is hoe je deze installateur veiligheidsbewust maakt. Je wilt niet dat hij een ongeval meemaakt. Daarom vind ik het mooi dat Bouwend Nederland initiatieven neemt om juist die mkb-bedrijven en eenpitters veiligheidsbewust te maken.”

“Aannemers durven steeds meer tegen opdrachtgevers in te gaan en te zeggen: dit is niet veilig maakbaar”, aldus Shahid Suddle (foto: Dennis Wisse).
“Aannemers durven steeds meer tegen opdrachtgevers in te gaan en te zeggen: dit is niet veilig maakbaar”, aldus Shahid Suddle (foto: Dennis Wisse).

Toch gebeuren er nog altijd ongevallen…

“Dat klopt. Een ongevalloze samenleving is ook wel een utopie, maar er is nog veel te winnen. Onlangs heb ik bij een project een introductie gehouden, waar ik een filmpje van Nieuwsuur heb laten zien waarin iemand aan het woord komt die blijvende letsel heeft opgelopen. Dan staan er een paar honderd bouwvakkers echt met zúlke ogen te kijken. Jeetje, dat had ik ook kunnen zijn. Dat effect wil je bereiken. Mijn ervaring is dat je mensen op die manier bewust kunt maken van veiligheid, en dan ook echt wel bereid zijn om het gedrag te veranderen.

Je moet daarvoor wel echt in de huid kruipen van de doelgroep. Informatie brengen die goed beklijft, zoals zo’n Nieuwsuur-filmpje. Dat betekent ook instructies aanbieden via gremia zoals TikTok, Facebook, Instagram of Whatsapp. Ik geloof daar wel in. Bijvoorbeeld een app die een melding en informatie geeft voordat er bepaalde werkzaamheden worden uitgevoerd. Maar ook AI gaat zijn intree doen.”

Wat is de impact van een bouwongeval?

“Een dodelijk slachtoffer is erg, maar iemand die blijvend letsel heeft opgelopen is misschien nog wel erger. Ik bezoek af en toe een bouwplaats waar iemand een ongeluk heeft meegemaakt. Dat zijn heel heftige en emotionele gesprekken. Zij kunnen als geen ander vertellen wat het met hen heeft gedaan en hoe ze die ervaring meenemen in hun werk en privékring en dat beklijft.

Een ongeval heeft ook economische consequenties. Als iemand uitvalt bij een hoofdaannemer doordat hij tijdens een bedrijfsongeval letsel oploopt, zal de aannemer diegene moeten doorbetalen en iemand anders moeten inschakelen om het werk over te nemen. En dan de rompslomp die je ervan hebt en wat het met je doet – dat is niet fijn. Ik ben blij dat er een wettelijke zorgplicht is voor het borgen van veiligheid. Echter de invulling en toezicht daarvan kunnen beter.”

Kunnen opdrachtgevers bijdragen aan veiligheid?

“Zeker. We kijken bijna nooit naar hoe het komt dat bepaald gedrag van een ingenieursbureau of van een aannemer tijdens de uitvoering is zoals die ik eerder heb aangegeven. Als een opdrachtgever een bijna onmogelijke taak oplegt aan een aannemer of ingenieursbureau, bijvoorbeeld: het werk moet in dit tijdsbestek af… en zorg er maar voor dat je extra mensen hebt, zorg er maar voor dat je in de nacht gaat werken… dan kan dat complicaties hebben voor de veiligheid in het ontwerp, de bouw en gebruik van objecten.”

Niet lezen maar luisteren? Check de podcast!

Beluister aflevering #22 van de Aannemer Podcast met Shahid Suddle via Spotify, Apple Podcasts of een van de andere courante podcast-apps.

Durven aannemers opdrachtgevers hierop aan te spreken?

“Ja, inmiddels gelukkig steeds meer. Tien, vijftien jaar geleden was het not done voor een aannemer om tegen een opdrachtgever in te gaan. Dat had deels te maken met het markt-tenzij principe. Het goede gesprek over veiligheid op projectniveau wordt nu veel vaker gevoerd. Op portfolioniveau, wanneer besluitvorming over bijvoorbeeld het renoveren van 50 bruggen plaatsvindt, gebeurt het nog te weinig. Op dat niveau – ik noem dat het meso-niveau – is ook veiligheidswinst te behalen. Daar is nog werk aan de winkel. Daarnaast vind ik constructeurs vaak onzichtbaar in de discussie omtrent (constructieve) veiligheid. Zij moeten de constructieve veiligheid borgen en mogen wat mij betreft proactiever deelnemen aan discussies over veiligheid.”

Waarom is dat niet het geval?

“Te veel versnipperde verantwoordelijkheden en veel betrokken partijen binnen het proces van constructieve veiligheid en nog te veel ‘u vraagt, wij draaien’ mentaliteit. Heel vaak gaat dat gelukkig ook goed, want de meeste objecten blijven wel staan, tenminste als de ontwerpregels zijn opgevolgd. Maar eigenaarschap en verantwoordelijkheid nemen is anders, dat is proactief handelen. We zijn best reactief ingesteld. Als er gebeurt dan gaan we rennen. We zien de getallen: hé, die zijn niet goed – en we gaan rennen. Maar als je écht proactief wil zijn, dan wil je ervoor zorgen dat je die incidenten en onveilige situaties vóór bent. Daar gebeuren er naar mijn idee nog te veel van – zowel op de bouwplaats als met bouwwerken als in de omgeving. Waarom wachten op een ongeluk? Dat is ook een ethisch vraagstuk. Als we echt vinden dat dit belangrijk is, dan moet iedereen verantwoordelijkheid pakken. Veiligheid is geen overbodige luxe en ongelukken moeten standaard geen onderdeel zijn van de bouwsector.”

Wat kunnen architecten doen om de veiligheid te bevorderen?

“Architecten kunnen ervoor zorgen dat er veilig gebouwd kan worden en ook later onderhoudsvrij beheerd kan worden. Dan moeten ze zich wel kunnen verplaatsen in de bouwvakker of onderhoudsmedewerker en ze moeten enige veiligheidskundige kennis hebben. Hoe ga ik het project veilig uitvoeren? Hoe ga ik het straks veilig schoonmaken? Hoe kom ik op het dak? Dat meenemen in de ontwerpfase vinden architecten lastig, omdat ze daar niet voor worden opgeleid – het zit niet in hun curriculum van universiteiten of hogescholen. Veiligheid zou onderdeel moeten uitmaken van hun werk.”

Wat zijn volgens jou de grootste uitdagingen voor de komende jaren?

“Er komt wel iets op ons af, als je kijkt naar de maatschappelijke en demografische ontwikkelingen. De energietransitie bijvoorbeeld willen we zo snel mogelijk doorvoeren en komt met nieuwe en vaak ook onbekende risico’s die zowel de bouwwerkveiligheid als de bouwplaatsveiligheid raken. Maar denk ook aan de materialentransitie, de geopolitieke ontwikkelingen, de klimaatverandering… Dat zijn echt heel grote thema’s. We moeten de basis op orde hebben en continu blijven nadenken over de veranderende wereld.”

Ten slotte: ben je tevreden met die basis?

“Het is maar net vanuit welk perspectief je het bekijkt. Ik ben heel tevreden met de initiatieven in de bouw die ik genoemd heb. En je hebt natuurlijk de Governance Code Veiligheid in de Bouw waar verschillende partijen bij elkaar komen en met elkaar discussiëren hoe ze de veiligheid kunnen verbeteren.

De Onderzoeksraad voor de Veiligheid hamert erop dat veiligheid in het bouwproces nog niet goed geregeld is; er is geen regie op veiligheid en er is sprake van een schuldcultuur in plaats van een leercultuur. Allemaal leuk en aardig die initiatieven en de beloftes die worden gedaan, maar onder aan de streep vinden er nog steeds ongelukken of instortingen plaats. De regie op veiligheid in het bouwproces laat te wensen over. Dat is een conclusie uit het nieuwste rapport over Nieuwegein, maar ook uit eerdere rapporten.

De Onderzoeksraad zegt nu: bouwsector, kom in actie. Minister, kom in actie. Ik ben blij met het rapport van de Onderzoeksraad waarin de minister wordt aangesproken om een wettelijk kader te ontwikkelen. Ik ben in principe tegen meer regels, maar ik vind dit heel positief, en ben benieuwd wat het oplevert. Overigens is 100% veiligheid niet te garanderen. Wel is elk ongeluk te voorkomen.”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.