Net nu de bouwsector zich eensgezind schaart achter de invoering van een digitaal Bouwplaats-ID, ziet demissionair minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Mariëlle Paul geen reden om een dergelijk identificatiesysteem verplicht te stellen. Volgens haar is het systeem, dat bedoeld is om eerlijk en veilig werken op de bouwplaats te bevorderen, niet proportioneel en ontbreekt een voldoende juridische basis.
Eerder dit jaar spraken de belangrijkste brancheorganisaties en vakbonden in de bouwsector — waaronder AFNL, Bouwend Nederland, FNV Bouw en CNV Bouw & Infra — zich unaniem uit vóór invoering van een verplicht Bouwplaats-ID. Zij zien in het systeem een essentieel middel om veiligheid, eerlijk werk en transparantie op bouwplaatsen te waarborgen.
Minister vindt Bouwplaats-ID ‘niet proportioneel’
In een brief aan de Tweede Kamer stelt minister Paul echter dat een wettelijke verplichting op dit moment onwenselijk is. Volgens haar is onvoldoende aangetoond dat verplichte registratie daadwerkelijk leidt tot veiliger of eerlijker werk. Bovendien zou het systeem een onevenredige inbreuk maken op de privacy van werknemers en zelfstandigen.
Ook ontbreekt een wettelijke grondslag voor de verwerking van persoonsgegevens, zoals de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) die vereist. “Een verplichte Bouwplaats-ID is een te ongericht instrument om problemen op de bouwplaats op te lossen”, schrijft de minister.
Alternatieven voor verplichte Bouwplaats-ID
Hoewel het kabinet verplichte invoering niet ziet zitten, wijst Paul op andere routes om de doelen van eerlijk, gezond en veilig werken te bereiken. Bedrijven kunnen vrijwillig deelnemen aan een identificatiesysteem, zoals in andere Europese landen gebeurt. Daarnaast kunnen opdrachtgevers in hun contracten eisen opnemen over registratie en toegang, via zogeheten kettingbedingen richting onderaannemers.
De minister benadrukt ook het belang van bestaande initiatieven, zoals de Generieke Poortinstructie (GPI), die sinds 2019 verplicht is voor bedrijven die zijn aangesloten bij de Governance Code Veiligheid in de Bouw. Binnen deze samenwerking werken opdrachtgevers en opdrachtnemers samen aan uniforme veiligheidsnormen in de hele bouwketen.
Teleurstelling over besluit
Het standpunt van de minister is door veel partijen in de sector met teleurstelling ontvangen. Aannemersfederatie Nederland (AFNL) en FNV Bouw noemen het onbegrijpelijk. “Het is een dolksteek voor een gezonde bouwsector en veilig en eerlijk werk op de bouwplaats, waardoor ook uitbuiting van arbeidsmigranten kan doorgaan”, reageren de partijen op het nieuws. Ze eisen dat het ministerie zo spoedig mogelijk met de sector zelf om tafel gaat zodat Bouwplaats-ID toch van de grond komt.
