In Noord-Holland werkt een groep bedrijven samen in het project Circulaire Bouwstromen om het hergebruik van bouwmaterialen bij renovatie- en nieuwbouw te vergroten. Een nieuw gelanceerde tool moet snel inzicht geven in de circulaire mogelijkheden van bij demontage vrijkomend materiaal.
Geconcentreerd legt de machinist van de Cat sloopmachine houten balken uit een te slopen woning in Zaandam terzijde. “Alle verdiepingsvloeren en de dakafwerking zijn van hout. Het hout is al meer dan 80 jaar oud, maar kwalitatief nog prima om opnieuw te gebruiken. Het is supermooi materiaal”, geeft Arnoud Koot, projectcoördinator bij aannemer Markus uit Amsterdam, aan. Markus is als sloopbedrijf betrokken bij het project Circulaire Bouwstromen.

In het project werken meerdere partijen samen. Ketensamenwerking moet leiden tot een optimaal hergebruik van de bouwmaterialen. Bouwadviseur Building Changes is medeverantwoordelijk voor de opzet van het project en begeleidt het proces. Ingenieursbureau IDDS maakt een overzicht van de bouwmaterialen in gebouwen. Markus is verantwoordelijk voor het oogsten van de materialen en de sloop. Ingenieursbureau Nebest controleert de materialen op kwaliteit. Constructeur IMD maakt de constructieberekeningen. En Planalogic helpt met circulair ontwerpen met behulp van kunstmatige intelligentie. “Circulaire Bouwstromen brengt alle schakels van sloop, demontage, renovatie tot hergebruik en nieuwbouw samen in één initiatief”, zegt Koot. “Iedere schakel in de keten is belangrijk om circulariteit te doen slagen. Het kan alleen maar slagen door samenwerking.”
Het project Circulaire Bouwstromen ontvangt een subsidie van de Rijksoverheid. “Maar alle partijen zijn zo enthousiast over deze samenwerking dat we dit initiatief ook zouden hebben doorgezet als de subsidieaanvraag was afgewezen”, aldus Koot.
Aanpak circulair slopen
Het kunnen hergebruiken en recyclen van bouwmaterialen vergt aandacht bij de sloop, of eigenlijk de demontage, van bouwwerken. Daarom heeft het kabinet afgelopen voorjaar besloten tot de aanpak circulair slopen. Momenteel wordt met diverse betrokken partijen uit de bouwsector gekeken welke activiteiten circulair slopen kunnen bevorderen en ondersteunen. Dit moet eind 2024 leiden tot een advies, wat vervolgens zal uitmonden in een roadmap en zo nodig normering.
Quickscan Circulaire Bouwstromen
Eind september lanceerden de deelnemende bedrijven een tool waarmee snel duidelijk moet worden welke materialen in een gebouw potentie hebben voor hergebruik. De Quickscan Circulaire Bouwstromen kan al in de beginfase worden ingezet, ver voordat aan sloop gedacht wordt. Er zijn slechts enkele materiaalgegevens van het pand nodig voor een eerste indicatie van de circulaire mogelijkheden. Van elk adres in Nederland zijn de basisgegevens van een pand in te zien. Na het invullen van aanvullende gebouwkenmerken is een uitgebreidere analyse beschikbaar.
“In onze ervaring wordt meestal heel laat in een traject nagedacht over hergebruik van het vrijkomende materiaal. Eerder naar circulair hergebruik kijken, maakt dat er tijd en ruimte is om hergebruik integraal onderdeel van sloop en nieuwbouw te maken”, aldus Koot.
“De Quickscan is ontworpen om zonder onderzoek vooraf toch al de kansen van hergebruik in te schatten. Na het invullen van aanvullende vragen over bijvoorbeeld de bouwmethodiek, de dakconstructie en het materiaal van de gevel, vloeren en kozijnen, wordt per onderdeel een hergebruikscore gegeven. Deze tool helpt bij het laten slagen van circulariteit.”
Koot geeft aan dat de gratis Quickscan te gebruiken is door opdrachtgevers, ontwikkelaars, slopers, aannemers en adviserende bedrijven. “Circulariteit zou door alle schakels in de keten standaard moeten worden meegewogen. Onze tool kan daar al heel vroeg in het proces eenvoudig aan bijdragen. Als het aan ons ligt gaat heel Nederland hiermee aan de slag.” De Quickscan-tool is aldus Koot ‘a work in progress’. “We willen blijven doorontwikkelen.”


Raamovereenkomst Duurzaam Slopen
Markus doet ervaring op met de tool bij het sloopproject in Zaandam. Het bedrijf heeft voor de duur van vijf jaar een raamovereenkomst Duurzaam Slopen met woningbouwcorporatie Parteon in de Zaanstreek. Bouwmaterialen uit de oude woningen worden zoveel mogelijk hergebruikt in de nieuwbouwprojecten. Voorafgaand aan de machinale sloop heeft de onderhoudsafdeling van Parteon al bruikbare onderdelen als deuren, kranen en toiletpotten verzameld.
“Op basis van prijs en onze circulaire ambities hebben we de aanbesteding gegund gekregen. Het contract omhelst de circulaire sloop van 622 woningen, ten behoeve van nieuwbouw. Momenteel slopen we in de Rosmolenbuurt in Zaandam 35 woningen. In een eerdere fase sloopten we in deze buurt al 54 rijtjeswoningen”, vertelt Koot.
Homes Factory
De sloop van de 54 woningen in de Hoveniersstraat leverde 60 ton aan houten balken op, 30,8 ton ronde dakpannen en 103 ton beton. De houten balken zijn afgenomen door Homes Factory, een 3D-modulaire huizenfabriek in Breda. Het vrijkomende beton wordt door Smart Circulair Products in Zaandam gebruikt bij de productie van circulair beton. Zesduizend ronde dakpannen zijn hergebruikt in een project in Amsterdam, 11.000 vlakke dakpannen liggen op locatie opgeslagen om toe te passen in nieuwbouw. De dakpannen zijn getest op waterdichtheid en breuksterkte en worden weer gebruikt op de 95 nieuwe modulaire eengezinswoningen die Homes Factory hier vanaf eind 2023 plaats.
Elders in de wijk zijn door Markus bij wijze van proef uit bestaande metselgevels delen uitgezaagd om weer toe te passen in nieuwbouw als waterdichte wand. “In Stockholm is daar al ervaring mee opgedaan, maar in Nederland nog niet. Ingenieursbureau Nebest heeft allemaal trek- en drukproeven gedaan op het metselwerk. De uitkomsten daarvan waren positief.”


Hoog ambitieniveau
Volgend jaar zomer heeft Markus een nieuwe sloop op stapel staan binnen de raamovereenkomst Duurzaam Slopen. “Dat betreft een relatief nieuw kantoorpand in Koog aan de Zaan met veel circulaire kansen. Daar liggen de ambities wat betreft hergebruik hoog.”
Koot ervaart dat slopen ten behoeve van circulaire bouwstromen meer tijd vergt dan traditioneel slopen. “Daarmee moet in de planning rekening worden gehouden. Het oogsten van materialen kost gewoon meer tijd. Als je een houten balk in een afvalbak kan gooien kost dat minder tijd dan wanneer je die balk er in zijn geheel uit moet halen. Je moet dus ook wel een opdrachtgever hebben die je die tijd gunt en dat wil betalen.”
Wat volgens Koot kan helpen om de circulaire bouweconomie nog beter op de kaart te zetten, is regelgeving vanuit de overheid. “Verplicht dat bij nieuwbouw een bepaald percentage circulaire bouwmaterialen wordt toegepast.”
Nog veel stappen nodig in de transitie naar een circulaire bouweconomie
In het Circularity Economy Gap Report zijn een aantal kengetallen te lezen die een beeld geven van de circulariteit in de Nederlandse gebouwde omgeving. Conclusie: er is nog volop werk aan de winkel in de transitie naar een circulaire bouweconomie.
- Van de miljoenen tonnen aan materialen die de bouw gebruikt om huizen en commerciële gebouwen te bouwen (infrastructuur niet meegerekend), is slechts 8% afkomstig van secundaire bronnen. Dat zijn al gebruikte materialen die worden hergebruikt.
- Van alle gebruikte materialen is 4% ontstaan uit natuurlijke cycli. Denk aan houtproducten of andere biobased materialen, zoals hennepvezel of zeewier. Deze materialen zijn hernieuwbaar, zijn over het algemeen lichter en nemen bovendien CO2 op. Dit zijn allemaal eigenschappen die essentieel zijn voor het verkleinen van de voetafdruk van de bouwsector en voor meer circulariteit.
- Van al het afval dat de sector genereert, wordt 88% hergebruikt of gerecycled. Dit klinkt misschien indrukwekkend, maar een belangrijke kanttekening is hier dat ‘hergebruik’ en ‘recycle’ worden samengevoegd. Echter, in de praktijk zien we vaak dat deze materialen niet weer worden toegepast voor hoogwaardig gebruik, zoals in de bouw van gebouwen. In plaats daarvan worden ze voornamelijk gedowncycled tot laagwaardig vulmateriaal en bijvoorbeeld gebruikt als onderlaag in de wegenbouw.
Dit artikel is eerder gepubliceerd in Aannemer 8 – 2023.

