Tijdens de openingsdag van de vakbeurs A+A 2025 in Düsseldorf gingen enkele experts met elkaar in gesprek over de toekomst van arbeidsveiligheid. Exoskeletten, smart textiles, koelvesten en uiteraard kunstmatige intelligentie kwamen ter sprake. Hoe zorgen we ervoor dat technologie de mens niet overvleugelt, maar ondersteunt? Aannemer was erbij.
“People Matter.” Met die woorden vatte directeur Daniel Feische de kern samen van waar vakbeurs A+A 2025 om draait: een toekomst van werk waarin technologie, duurzaamheid en veiligheid elkaar vinden, maar de mens de spil blijft.
De A+A – de vakbeurs over veiligheid en gezondheid op het werk – is volgens de voormalige directeur Lars Wismer “volwassen geworden”. Met meer dan 2.300 exposanten uit 69 landen is het evenement groter dan ooit. Maar wat vooral opvalt, is hoe breed het begrip ‘arbeidsveiligheid’ inmiddels is geworden. Wismer: “Het gaat allang niet meer alleen over helmen, handschoenen en schoenen. Het gaat over slimme bescherming, over exoskeletten, over digitale ontwikkeling.”
Sprekerspanel “Future of Work: Between Reality and the Metaverse”
- Dieter Könnes – tv-presentator en moderator
- Daniel Feische – directeur A+A 2025
- Lars Wismer – voormalig directeur A+A
- Wolfgang Beinhauer – Fraunhofer IAO
- Nienke Steen – Cradle to Cradle Products Innovation Institute
- Terry Collier – 3M
- Ralf Moeller – acteur & ambassadeur Motivation Handwerk
- Stephan Fasshauer – DGUV (Deutsche Gesetzliche Unfallversicherung)
Slimme bescherming
Waar veiligheid vroeger draaide om fysieke bescherming, schuift de aandacht steeds verder richting data en sensoren. Smart PPE – persoonlijke beschermingsmiddelen die biometrische gegevens meten – zijn geen sciencefiction meer. Ze signaleren bijvoorbeeld een dreigende hitte-uitputting of zuurstofgebrek nog vóór de drager het merkt.
Wismer gaf een voorbeeld uit Singapore: “Daar kan kunstmatige intelligentie helpen om een dreigende hitteschok vroegtijdig te herkennen. Het gaat er niet om de werknemer te controleren, maar om hem te beschermen.”
Ook exoskeletten – draagbare robotsystemen die het lichaam ondersteunen bij zwaar werk – zijn in opmars. Op de beurs konden bezoekers ze in de praktijk ervaren in de zogenoemde ExoPark.
Feische: “We staan nog aan het begin, maar het is fascinerend te zien hoe technologie het lichaam kan ontlasten.”
Wismer benoemt de vrees die bij vaklieden leeft dat ze, als ze vroeger op een dag 100 kisten tilden, er met een exoskelet nu 200 moeten tillen. Maar dat is helemaal niet het geval, stelt hij. “Het gaat er bij exoskeletten juist om dat we de mens gezond willen houden, dat er geen uitval is. Ik denk dat ook de werkgevers dat goed hebben begrepen. Het is van belang dat de werknemer gezond blijft, zodat hij langer aan het werk kan blijven en ook meer plezier in zijn werk heeft.”
Verhouding mens-machine
Die verhouding tussen mens en machine was het centrale gespreksonderwerp in het panel met onder meer Dr. Wolfgang Beinhauer van het Fraunhofer IAO, een Duits instituut voor arbeidseconomie en organisatie. Zijn onderzoek richt zich op de manier waarop kunstmatige intelligentie onze werkwijze verandert.
“Ai Is per definitie dom,” stelde Beinhauer. “Ze is slechts een zeer belezen papegaai die herhaalt wat er al was. Maar ze kan ons inspireren tot nieuwe ideeën.” De uitdaging ligt volgens hem in het behouden van menselijke regie: “De piloot (de mens) zit links, de co-piloot (de AI) zit rechts. Niet de mens moet zich aanpassen aan de technologie, maar de technologie moet zo worden ingericht dat ze de mens helpt.”
AI kan helpen bij productiviteit, kennisoverdracht en zelfs bij ongevallenpreventie, mits bedrijven transparant blijven over haar rol. Beinhauer verwacht dat kunstmatige intelligentie in 2030 niet meer alleen individuele taken ondersteunt, maar geïntegreerd raakt in hele organisaties, mogelijk zelfs in de vorm van digitale leidinggevenden.
Kleding met een paspoort
Waar Beinhauer de digitale toekomst schetste, liet Nienke Steen van het Cradle to Cradle Institute zien dat ook in de textielsector een transitie gaande is. “De tijd van fast fashion, ook in werkkleding, loopt ten einde,” zei ze. “We bewegen naar een wereld waarin elk kledingstuk zijn eigen digitale paspoort heeft.”
Zo’n Digital Product Passport (DPP) maakt inzichtelijk:
- van welke materialen een kledingstuk is gemaakt;
- welke chemische stoffen zijn gebruikt;
- hoe onderdelen kunnen worden gerecycled of vervangen;
- en zelfs hoe industriële wasprocessen kunnen worden geoptimaliseerd.
Dat sluit aan bij de Europese Green Deal en de nieuwe Ecodesign-regelgeving. Volgens Steen is dat niet alleen een milieukwestie, maar ook een zakelijke kans: “Bedrijven kunnen nieuwe businessmodellen bouwen rond verhuur, reparatie en hergebruik. Circulariteit betaalt zich zo terug.”
Daarnaast verwacht ze dat de volgende generatie werkkleding ‘slimme materialen’ zal bevatten: stoffen met nanotechnologie en sensoren die temperatuur, houding en vocht meten. “We zullen deze materialen gaan gebruiken om ons beter te beschermen.”

De mens in het midden
De rode draad door alle bijdragen was de overtuiging dat technologie geen doel op zich mag worden. Wismer benadrukte: “De mens staat centraal. Ons motto is People Matter.” Die gedachte kreeg extra lading toen influencers die hun ambacht online uitdragen – zoals timmervrouwen Jule Rombey en Annalena en brandweerman Niklas – het podium betraden.
Hun aanwezigheid toonde hoe social media de brug slaan tussen traditioneel vakwerk en de digitale wereld. Met honderdduizenden volgers inspireren ze jongeren om voor een praktisch beroep te kiezen. Annalena: “Toen een meisje me schreef: ‘Door jou ben ik een opleiding begonnen’, wist ik dat het de moeite waard was.”
Vakmanschap heeft de toekomst
Een man die dat met overtuiging onderschrijft, is (Gladiator-)acteur en ambassadeur voor vakmanschap Ralf Moeller. “Ik kom uit een familie van vaklieden,” vertelde hij. “Vroeger zei men: als je niets leert, moet je de bouw op. Nu weten we dat vakmanschap ‘een gouden bodem’ heeft.”
Moeller waarschuwde voor een naderend tekort aan vakmensen: de komende jaren stoppen in Duitsland zo’n 125.000 ondernemers zonder opvolger. Zijn initiatief Motivation Handwerk wil jonge mensen enthousiasmeren voor ambacht en techniek.
Hij benadrukte bovendien de fysieke én mentale waarde van vakwerk: “Meer dan tachtig procent van de vakmensen is fitter dan de doorsnee bevolking. Dat zijn mensen die iets doen, die creëren, die verantwoordelijkheid nemen.” Bovendien stelde hij: “Wie zelfstandig wil zijn en succes wil hebben – ook financieel succes – kan ik alleen maar aanraden om voor een vak te kiezen.”
Voor hem is technologie geen bedreiging, maar een hulpmiddel om vakmanschap aantrekkelijker te maken: “AI helpt bij de planning – maar als het toilet verstopt zit, heb je iemand met zijn handen nodig.”

Preventie als sleutel
De brug tussen onderzoek en praktijk werd geslagen door Stephan Fasshauer, directeur-generaal van de DGUV – de Deutsche Gesetzliche Unfallversicherung ofwel de Duitse wettelijke arbeidsongevallenverzekering. Volgens hem heeft digitalisering de weg vrijgemaakt voor data-gestuurde preventie. “We kunnen op basis van data vandaag al voorspellen met welke waarschijnlijkheid een bedrijf binnen afzienbare tijd een ongeval zal hebben.”
De DGUV gebruikt die inzichten om gericht advies te geven en bedrijven te stimuleren te investeren in veiligheid – ook financieel: wie meer doet aan preventie, betaalt minder premie.
Een voorbeeldproject is het onderzoek naar koelvesten voor bezorgers: “We hebben ernstige ongevallen gehad door hitteschokken. Met geschikte koelvesten kunnen we dat voorkomen.”
Fasshauer benadrukte dat technologie alleen werkt als het beleid volgt: “Wat we missen zijn de wettelijke kaders om toepassingen van kunstmatige intelligentie met sociale data op een verstandige manier mogelijk te maken.”
Gedeelde uitdagingen
Of het nu om digitalisering, duurzaamheid of arbeidsveiligheid gaat – de thema’s overstijgen landsgrenzen. “We staan allemaal voor dezelfde uitdagingen,” zei Terry Collier van 3M.
Vanuit zijn perspectief als productontwerper in de VS ziet hij AI vooral als hulpmiddel: “Mensen staan in het middelpunt van alles. AI helpt ons beter te ontwerpen, veiliger te produceren en sneller te leren – maar het blijft slechts een hulpmiddel.”
Rode draden van A+A 2025
- Technologie als co-piloot: AI, sensoren en data ondersteunen de mens, maar vervangen hem niet.
- Circulariteit als standaard: kleding en materialen krijgen een tweede leven via digitale paspoorten.
- Gezondheid als waarde: van exoskelet tot koelvest – preventie wordt persoonlijk.
- Vakmanschap als toekomst: jongeren herontdekken vakmanschap dankzij social media.
- Samenwerking als sleutel: onderzoek, industrie en beleid moeten elkaar blijven voeden.

