Het Bouwmaterialenakkoord, onlangs ondertekend door de Nederlandse bouwmaterialenindustrie en het Rijk, moet een belangrijke stap zijn richting een toekomstbestendige en circulaire bouwsector. Het doel is om de beschikbaarheid van grondstoffen te vergroten, milieuschadekosten te beperken en de afhankelijkheid van niet-Europese landen te verkleinen.
Het akkoord is ondertekend door 13 materiaalketens binnen de bouwmaterialenindustrie, diverse brancheverenigingen en de ministeries van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO), Klimaat en Groene Groei (KGG) en Infrastructuur en Waterstaat (IenW). Samen vormen zij de kern van een brede samenwerking die de bouwsector richting een circulaire economie moet brengen.
Routekaarten voor circulaire doelen
Elke materiaalketen heeft een routekaart opgesteld waarin concrete ambities en acties zijn vastgelegd. Deze plannen moeten bijdragen aan het verminderen van het gebruik van primaire grondstoffen, het vergroten van de inzet van secundaire materialen en het minimaliseren van afvalstromen. Het Rijk ondersteunt de brancheverenigingen bij de uitvoering en borging van deze doelen.
De bouwmaterialenindustrie toont zich hiermee klaar voor een toekomst waarin duurzaamheid, circulariteit en efficiënt grondstoffengebruik centraal staan. Het Rijk ondersteunt deze ambitie en schept de randvoorwaarden voor uitvoering.
Van afspraken naar uitvoering
Met de ondertekening is de eerste stap gezet; nu begint de uitvoeringsfase. De komende periode worden samenwerkingen geformaliseerd, onderzoeken opgestart en monitoringssystemen ingericht om de voortgang te volgen. De betrokken partijen willen hiermee zorgen dat het Bouwmaterialenakkoord niet bij intenties blijft, maar daadwerkelijk leidt tot structurele verduurzaming van de bouwketen.
