‘Nieuwe bouwcrisis dreigt zonder sturing vanuit overheid’, aldus advies Rli

Karin Sluis: “We hebben twee grote uitdagingen: versnellen van de woningbouw én fors reduceren van de CO₂-uitstoot.” (foto: Rob ter Bekke).

De Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) roept het kabinet dringend op tot duidelijkere richtlijnen en sterkere stimulansen om het gebruik van duurzame bouwmaterialen in de woningbouw te versnellen. Zonder gerichte maatregelen vanuit de overheid dreigt volgens de raad een nieuwe bouwcrisis, vooral gezien de urgente noodzaak om de CO₂-uitstoot drastisch terug te dringen. Bouwwereld spreekt met Karin Sluis, raadslid en voorzitter van de adviescommissie.

Op donderdag 19 juni publiceert de Rli haar langverwachte advies ‘Bouwen met toekomst: werken aan woningen van duurzame materialen‘. De raad wijst erop dat het kabinet jaarlijks 100.000 woningen wil realiseren, terwijl tegelijkertijd forse CO₂-besparingen noodzakelijk zijn om nationale en internationale klimaatdoelen te halen.

Wat was voor de Raad de aanleiding om dit advies op te stellen?

Karin Sluis: “De Raad constateerde dat er twee uitdagingen zijn die sterk met elkaar te maken hebben; de uitdaging om snel veel te bouwen krijgt veel aandacht, maar er is ook de uitdaging om klimaatafspraken te realiseren. Deze twee uitdagingen hebben met elkaar te maken, want met de bouw van nieuwe woningen komt behoorlijk wat CO₂ vrij – dat heeft te maken met het materiaalgebruik. Het is belangrijk om te kijken hoe we beide uitdagingen tegelijk kunnen aanpakken.”

Vijf strategieën om te verduurzamen: (figuur uit ‘Bouwen met toekomst’).
Vijf strategieën om te verduurzamen: (figuur uit ‘Bouwen met toekomst’).

De raad formuleert haar eigen werkprogramma. De Rli brengt gevraagd en ongevraagd advies uit en legt die voor aan de betrokken ministeries. In dit geval is de adviesvraag voorgelegd aan het laatste kabinet-Rutte. Nu wordt het advies aangeboden aan een demissionair kabinet. Wat betekent dat voor de aanbevelingen?

“Wij denken dat de aanbevelingen goed opgevolgd kunnen worden. Woningbouw is geen controversieel verklaard onderwerp en wij staan vol achter onze aanbevelingen. Alle partijen in de bouw zitten op uitvoer van de aanbevelingen te wachten. Bovendien past het advies heel goed bij STOER van demissionair minister Mona Keijzer (Schrappen Tegenstrijdige en Overbodige Eisen en Regelgeving – red).”

Karin Sluis, foto: Rob ter Bekke

“We hebben twee grote uitdagingen: versnellen van de woningbouw én fors reduceren van de CO₂-uitstoot.” – Karin Sluis

“Onze eerste aanbeveling is: maak nou een duidelijke roadmap tot 2050 met steeds strengere CO2-normen die landelijk gelden. Als je dat doet, verschaf je duidelijkheid aan de hele bouwketen. Dat betekent dat je heel wat aanvullende gemeentelijke regels kunt schrappen. Gemeenten hebben deze regels ingesteld, omdat ze vinden dat het Rijk niet ambitieus genoeg is en omdat ze zich zorgen maken over het halen van klimaatafspraken. Als je het landelijk goed regelt – en dat moet tóch, van Europa – dan kun je best wat aanvullende regels schrappen. In het licht van STOER is dit een aantrekkelijke aanbeveling.”

Waarom de focus op CO2-uitstoot in dit advies?

“We hebben veel gesprekken gevoerd over wat de focus van het advies moet zijn. We hebben de focus gelegd op nieuwbouwwoningen én op CO2-uitstoot, omdat dit wat ons betreft urgente opgaven zijn die op de korte termijn onze aandacht verdienen. Dat horen we ook terug van partijen uit de bouwketen. Dat betekent dat we geen aandacht schenken aan zaken als de renovatieopgave en biodiversiteit. Toch zullen onze aanbevelingen ook positieve impact hebben op deze onderwerpen.”

Wat staat de bouwsector aan EU-regelgeving te wachten?

“In 2050 moet de bouw klimaatneutraal zijn, ook nieuwbouwwoningen, zowel als het gaat om materiaalgebruik in de bouwfase als om energieprestatie tijdens de gebruiksfase. De CO2-uitstoot moet netto 0 zijn. Dat is geen nieuw doel, dit doel hadden we al. Wat wel nieuw is: alle lidstaten moeten een roadmap maken waarin staat hoe het afbouwpad tussen 2030 en 2050 eruitziet. Deze roadmap moet in 2027 gepubliceerd zijn, zodat alle partijen in de bouwketen zich tijdig kunnen voorbereiden.”

Wat is het belangrijkste aspect uit deze roadmap?

“In de roadmap moet staan wat grens- en streefwaarden qua CO2-uitstoot per vierkante meter voor woningen zijn. De grenswaarde is het maximale aantal kilo CO2 per vierkante meter dat materialen en energieverbruik mogen uitstoten. De streefwaarde is een ambitieuzer en lager getal dat een aantal jaar later als grenswaarde gehanteerd moet gaan worden. Zo krijg je een bandbreedte die in de tijd kleiner wordt en op 0 moet eindigen. Dat is de systematiek zoals die nu is afgesproken.”

“Wij merken dat deze verplichting vrij onbekend is, zowel bij partijen in de bouwketen als bij beleidsmakers in de ministeries. Er zijn niet bepaald hordes mensen mee bezig. Daarom heeft de roadmap een prominente plek in het advies gekregen. Het is een mooi instrument dat voor 20 tot 25 jaar duidelijkheid aan de hele bouwketen geeft waar we met elkaar naartoe moeten werken. Veel partijen zitten op die duidelijkheid te wachten. Want als je een grote investering doet, dan moet duidelijk zijn wanneer je die terug gaat verdienen – daar wil je zo veel mogelijk zekerheid over hebben.”

Wat zijn de belangrijkste bevindingen die de Raad tijdens het opstellen van het advies heeft opgedaan?

“We zijn blij verrast over wat er eigenlijk allemaal al kan: de toepassing van biobased materialen, hergebruik van materialen, optoppen en transformeren… De vraag is: waarom wordt dit nog zo weinig toegepast? Het hoofdantwoord daarop is dat de vraag nog onvoldoende is. Die komt niet op gang, omdat het niet hóéft. Voor het behalen van een MPG van 0,8 is dat niet nodig. Er is ook geen prijsprikkel. En: als je nieuwe materialen wilt toepassen, heb je te maken met tegenwerkende regels. Er zijn veel drempels en weinig stimulansen om duurzame materialen te gebruiken.”

Het CO₂-reductiepad bij een gecombineerde aanpak met routekaart en heffing (figuur uit ‘Bouwen met toekomst’).
Het CO₂-reductiepad bij een gecombineerde aanpak met routekaart en heffing (figuur uit ‘Bouwen met toekomst’).

Wat is – naast de roadmap – de belangrijkste aanbeveling van de Raad in het advies?

“Sommige drempels kun je niet oplossen door alleen te normeren. Daarom stellen wij voor een level playing field te creëren tussen conventionele en duurzame materialen door een heffing in te voeren ter stimulans van duurzame materialen. Alle woningen zullen aan de geldende grenswaarde moeten voldoen. Als een woning ook nog eens aan de ambitieuzere streefwaarde voldoet, dan verdien je een stimulans. Voor woningen die tussen de grens- en streefwaarde zitten, moet de opdrachtgever een heffing betalen. Dat klinkt alsof je extra moet betalen, maar in veel gevallen is dat niet zo. Stel, je wilt als opdrachtgever eengezinswoningen realiseren, dan kun je dat nu al voor dezelfde prijs met duurzame materialen doen. De heffing is vooral een manier om mensen op het goede been te zetten, na te laten denken: wat zijn nu mijn opties? Vermijd dan de heffing door te kiezen voor de duurzame variant.”

Geldt deze heffing ook voor woningbouwcorporaties?

“Daar hebben we best uitgebreid met ze over gesproken. Ook woningbouwcorporaties kunnen kiezen voor duurzame laag- en middenhoogbouw die niet duurder is dan conventionele bouw. Dus dan volgt geen heffing. Duurzaam gebouwde hoogbouw is nu nog wél vaak duurder dan conventionele bouw. Een heffing daarop betekent direct dat ze minder kunnen realiseren. Daarvan hebben we gezegd; als overheid moet je met de woningbouwcorporaties maatwerkafspraken maken. Het zou jammer zijn als bij de corporaties de productiesnelheid terug zou lopen.”

Beslismomenten in de bouwketen die van invloed zijn op de materiaalkeuze (figuur uit ‘Bouwen met toekomst’).
Beslismomenten in de bouwketen die van invloed zijn op de materiaalkeuze (figuur uit ‘Bouwen met toekomst’).

Hoe kijk je naar de bouwsector als geheel?

“De bouw wil wel en kan wel, de bouw is heel innovatief, maar de bouw is ook gevangen in een gestolde situatie. Dit is een probleem dat niet door individuele partijen is veroorzaakt en ook niet door individuele partijen gefixt kan worden. Er zijn meer dan 100.000 partijen actief in de bouw – dat is een enorm aantal – daarom moet het gebruik van duurzame materialen op een andere manier in beweging komen.”

Bij wie moet dit advies terechtkomen?

“Bij het ministerie van VRO, aan wie we het advies aanbieden. Dat ministerie staat toch aan de lat voor de roadmap en de beprijzing. Daarnaast mag het wat ons betreft op het bureau komen bij de gemeenten voor hun stedenbouwkundige plannen. En uiteindelijk vraagt het van iedereen die werkzaam is in de bouwketen iets. Van opdrachtgevers, van architecten, van bouwers… We moeten anders gaan opdrachtgeven, ontwerpen en bouwen. Nieuwe routines ontwikkelen. Partijen moeten vooral aan het begin van bouwtrajecten samenkomen en met elkaar in gesprek gaan om tot nieuwe oplossingen te komen. Dat hoeft niet heel ingewikkeld te zijn, dat zien we bijvoorbeeld bij de Friese vezelhennepdeal.”

Presentatie

Het advies wordt op donderdag 19 juni aangeboden aan het demissionaire kabinet en besproken tijdens een grote publieksbijeenkomst in Utrecht op 3 juli, waar betrokken partijen uit de gehele bouwsector samenkomen om vervolgstappen te bespreken en acties te initiëren. Er zijn op dit moment nog zo’n 50 plekken beschikbaar.

Download het advies ‘Bouwen met toekomst’.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.