Architecten Dennis Hauer en Lidewij Lenders verzamelen de lessen uit 20 houten woongebouwen in Nederland. Hun onderzoek moet leiden tot een handboek met standaard details. Voor aannemers is vochtbeheersing tijdens de uitvoering een kritisch aandachtpunt.
Het Malmö Hus in 2009 en het gebouw Patch 22 in 2016. Dat was het lange tijd wel zo’n beetje wat betreft grote houtbouwprojecten in Nederland. Dat veranderde vanaf 2019: na een Tegenlicht-uitzending over massieve houtbouw volgt initiatief na initiatief en schieten de houten woongebouwen als paddenstoelen uit de grond. De doelstelling om de CO2– impact van de bouw te verlagen speelt daarbij natuurlijk een grote rol.
Die explosie in houtbouwprojecten is mooi te zien op één van de slides die Dennis Hauer (Urban Climate Architects) en Lidewij Lenders (Maatworks Architecten) laten zien. Zij gaven tijdens het evenement ‘Houtbouw is goud, maar kan ook fout’ (afgelopen januari in een vol Pakhuis De Zwijger in Amsterdam) en recent in het webinar ‘Duurzaam ontwerpen en detailleren in houtbouw’ van Centrum Hout een presentatie over hun lopende onderzoek naar 20 houten woongebouwen. Dat moet onder meer leiden tot een nieuw standaardwerk over massieve houtbouw.
Reden voor dat onderzoek? “Houtbouw is niet nieuw in Nederland, maar we zijn het een beetje verleerd”, zegt Hauer in het webinar. Ja, over houtskeletbouw is al veel bekend. Er bestaat sinds 1994 een handboek voor, dat regelmatig een update krijgt. CLT wordt sinds 2000 ook in Nederland toegepast, maar wel hoofdzakelijk voor individuele woningen, niet zozeer gestapelde bouw.
Uitdaging meerlaagse houtbouw: brand en geluid
En daar zit de crux. Gestapelde houtbouw brengt uitdagingen met zich mee op het gebied van brandwerendheid en geluid. Die uitdagingen worden op elk project op een andere manier opgelost, wijst de praktijk uit. Tel daarbij op dat adviseurs soms verschillende adviezen geven en gemeenten niet altijd voldoende op de hoogte zijn. Allemaal redenen dat houtbouwprojecten lastig zijn, vertragen of soms de eindstreep niet halen.
Doel van het onderzoek is dan ook om de realisatie van houtbouwprojecten te versnellen, door die versnipperde kennis te verbreden en samen te brengen. “En dan met name gericht op woongebouwen, omdat daar de oplossingen het meest complex zijn op het gebied van akoestiek en brand”, licht Hauer toe. Het handboek dat de architecten voor ogen hebben is dus vergelijkbaar met dat handboek over hsb, maar dan voor massieve houtbouw. “Zodat er een wat meer geaccepteerde standaard in de markt komt.” Opdrachtgever van het onderzoek is Built by Nature.
Co-financiers zijn TNO, Arcadis, Arup, de provincie Zuid- Holland en Alba Concepts. Hauer en Lenders onderzoeken hoe de 20 projecten zijn opgebouwd, welke ontwerpkeuzes er zijn gemaakt en hoe de details werken. “Maar misschien nog wel het belangrijkst: wat hebben de bouwers geleerd? Wat zijn gebruikerservaringen en wat zouden ze wellicht anders doen een volgende keer?”
20 oplossingen
Lidewij Lenders vertelt in het vervolg van de presentatie over de eerste inzichten uit die 20 projecten. Geluid- en brandissues komen veelal samen bij het knooppunt tussen vier appartementen. Wat opvalt in die 20 projecten: dat detail is in elk project anders opgelost. Verder zijn projecten weliswaar helemaal in hout uitgedacht, maar werden gebouwen soms toch hybride. Bijvoorbeeld omdat de kosten tegenvielen, het gebouw niet helemaal werd ontworpen vanuit houtbouwprincipes (oplossing: toch weer naar beton) of omdat er technische obstakels waren voor brandveiligheid, akoestiek en stabiliteit. Ook een inzicht: de vloeropbouw in hout vraagt iets meer hoogte dan in het vertrouwde beton. Dat botst af en toe met de maximale bouwhoogte in het bestemmingsplan.
Theorie versus praktijk
Interessant met het oog op de uitvoering: theorie en praktijk komen niet altijd overeen. Zo was bij meerdere projecten een kalksplitlaag op de vloeren voorzien om aan de geluidseisen te voldoen, maar die splitlaag via een buis omhoog pompen bleek in de praktijk dan weer lastig te gaan. “Dat moest dan mineraal gebonden worden en bleek niet verder te komen dan de derde bouwlaag, waarna de buis ontplofte”, zegt Lenders. Schuimbeton bleek in het door haar aan- gehaalde voorbeeld een oplossing, en bovendien aan het Bouwbesluit te voldoen wat betreft geluidisolatie. “Maar kwalitatief is het minder goed. We zijn meerdere projecten tegengekomen waar een soortgelijke afweging was.”
‘We interviewen uitvoerders om die lessen in ons onderzoek op te nemen’
Akoestiek complex in houtbouw
Akoestiek is een vrij complex probleem in de houtbouw. Crux daarbij zijn de lage tonen (specifiek octaafband 63 Hz). Die octaafband is belangrijk om mee te nemen, maar de norm uit het Bouwbesluit voorziet daar niet in. Zoals adviesbureau Nieman ook eerder tegenover Aannemer stelde: de geluidsnormen in het Bouwbesluit komen uit het stenen tijdperk. Een hogere waarde voor geluidsisolatie aanhouden dan het Bouwbesluit eist, kan en wordt bij de onderzochte projecten ook gedaan, maar zegt uiteindelijk niet zoveel: aandacht voor die lage frequentie is bij houtbouw essentieel. “Anders verhoog je het comfort niet”, aldus Lenders.
Vochtbeheersplan voor de bouwfase
Een ander kritisch aandachtspunt is vocht tijdens de uitvoering en gebruik. Verzekeraars vragen daar meer aandacht voor, ziet Lenders. Het is belangrijk om vroeg in het ontwerp mee te nemen wat hierin de risico’s zijn, een vochtbeheersingsplan voor de bouwfase te ontwikkelen en dat ook daadwerkelijk uit te voeren. “Daar worden tijdens veel projecten de lessen geleerd. We interviewen uitvoerders om die lessen in ons onderzoek op te nemen.”
‘Bouw stapt te makkelijk over vocht heen’
Tijdens ‘Houtbouw is goud, maar kan ook fout’ in januari ging het expertpanel ook in op vochtproblemen. Houtonderzoeker René Klaassen (Stichting Hout Research) zegt die avond dat de bouw te makkelijk over vocht bij hout heen stapt. Hij wijst erop: “Er komt niet alleen water óp het hout, water gaat ook ín het hout. En als je het er weer uithaalt – als je het er al uitkrijgt – dan heeft het iets met het hout gedaan.”
Roy Aarts, lead underwriter engineering bij HDI Global Nederland, de verzekeraar van garantie-instituut SWK, zegt die avond dat hout in het nadeel is ten opzichte van beton en staal, vanwege onder meer vochtproblemen tijdens de bouw. “Verzekeringspremies zijn voor een groot deel opgesoupeerd aan vochtproblematiek. Aan vochtschades.” Een reden dat zijn maatschappij terughoudend is geworden met het verzekeren van meerlaagse houtbouwprojecten. Tegenover Het Houtblad bevestigt Aarts dit recentelijk. “Dat betekent dat we in principe even geen woninggaranties afgeven voor gestapelde houtbouw. De reden is dat we het aantal schadegevallen en faalkosten in houtbouw, en ook het risico daarop, exponentieel zien toenemen. Wij kunnen niet anders dan concluderen dat het bouwproces met hout op dit moment onvoldoende onder controle is. Daardoor is de kwaliteit in het geding en ontstaat een te groot accumulatierisico.”
Bekijk hier ‘Houtbouw is goud, maar kan ook fout’.
Dit artikel is eerder gepubliceerd in Aannemer 4-2025.

